Design Thinking

In kaart brengen

40 minuten

Wat is je eigen doel?

Stap 1 van het Design Thinking proces heeft tot doel te komen tot een goede ontwerpvraag. Een goede ontwerpvraag helpt je om gemotiveerd aan een onderzoek te beginnen én om koers te houden. Maar een goede vraag vinden kost tijd!

  • Leerdoelen
    • Leerlingen bewust maken van de reden waarom ze met de lesopdracht aan de slag gaan. Hiermee maken ze zich de opdracht eigen.
    • Een goede ontwerpvraag formuleren. Dit helpt leerlingen om gedurende het ontwerpproces koers te houden. Deze vraag kan gedurende het proces veranderen, omdat je tijdens het proces steeds meer leert over het vraagstuk.
    • Leerlingen bepalen wat ze al weten, nog niet weten en nog verwachten te moeten leren. Dit is de brug naar de volgende stap: onderzoeken.
  • Benodigdheden
  • Aantal leerlingen

    Eerst individueel, daarna in groepjes van 3-5 leerlingen

  • Voorbeeld: Werkblad - Mijn succes

  • Voorbeeld: Werkblad - Succeshorizon

1.

Als eerst vult iedere leerling voor zichzelf het werkblad ‘Mijn succes’ in. Dit is een lastige vraag om mee te beginnen, dus geef hier ruim de tijd voor. Laat de leerlingen verkennen wat ze zelf interessant vinden aan het onderwerp. Wat willen ze zelf doen, ervaren en leren? Benoem hier dat het meer is dan alleen een goed cijfer halen.

2.

Daarna gaan de leerlingen gezamenlijk het werkblad ‘Succeshorizon’ invullen. Ze beginnen samen met de bovenste vraag: Wanneer is deze opdracht een succes voor jullie? Hiervoor gebruiken ze antwoorden die zijn ingevuld op het werkblad ‘Mijn succes’.

Extra hulpvragen om de leerlingen op weg te helpen:

  • Wanneer kan jij zelf echt trots zijn op het eindresultaat van deze opdracht?
  • Waar denk je zelf goed in te kunnen zijn binnen deze opdracht?
  • Wat vind je leuk om te doen/ uit te proberen binnen deze opdracht?

3.

De volgende stap is de belangrijkste vraag van dit werkblad: Wat is jullie ontwerpvraag? Die vraag begint met: Hoe kunnen we….. (Hier vullen de leerlingen in wat ze willen gaan oplossen/maken/ontwerpen) en gaat verder met: en daarmee…. (Hier vullen de leerlingen in wat ze daarmee oplossen/ bereiken/ veranderen).

  • Bijvoorbeeld

    Hoe kunnen we promotie maken voor een theaterstuk over subculturen voor jongeren tussen de 12 en 16 jaar en daarmee jongeren enthousiasmeren op een vernieuwende en creatieve manier.

4.

Als laatste stap vullen de leerlingen de drie vragen onderaan het werkblad in. Dit is ter voorbereiding op de volgende stap om te gaan onderzoeken.

Volgende les