Design Thinking

Ideeën bedenken

60 minuten

Hoe kan je zoveel mogelijk ideeën bedenken?

Stap 4 heeft als doel om zo veel mogelijk ideeën te bedenken, waarin alles kan! Het gaat in deze stap echt om de breedte op te zoeken.

  • Leerdoelen
    • Leerlingen bedenken zoveel mogelijk ideeën om de breedte te verkennen voor mogelijke oplossingsrichtingen met de behoeften en uitdagingen die geïdentificeerd zijn in de voorgaande fasen.
    • Leerlingen leren dat het belangrijk is om de creativiteit te stimuleren en alle ideeën, hoe wild of ongebruikelijk ze ook lijken, te verwelkomen. Het doel is om zoveel mogelijk ideeën te verzamelen en te verkennen, zonder beperkingen of kritiek. Het gaat erom een diversiteit aan ideeën te genereren, zodat daaruit unieke oplossingen kunnen ontstaan.
    • Leerlingen delen de inzichten op in subvragen: hoe kun je-vragen.
    • Leerlingen combineren de bedachte suboplossingen tot nog inventievere ideeën.
  • Benodigdheden
  • Aantal leerlingen

    Groepjes van 3-5 leerlingen

Het gaat niet om de perfecte oplossing, maar om zoveel mogelijk verschillende ideeën!

1.

Schrijf als groepje een inzicht uit de vorige stap aan de rechter kant van het werkblad op.

2.

Schrijf het inzicht om naar een Hoe kun je – vraag. Deze vraag mag heel breed en simpel worden geformuleerd. Ga door tot er minimaal 4 Hoe kun je – vragen zijn.

  • Bijvoorbeeld
    • Onze doelgroep vindt gamen leuk: hoe kun je een spel spelen?
    • We willen interesse bij een groot publiek in dit onderwerp vergroten: hoe kun je (interesse) vergroten?
    • Het thema duurzaamheid gaat volgens ons om minder afval te creëren: hoe kun je zorgen voor minder afval? Of: hoe kun je iets verminderen?

3.

Elke leerling schrijft een andere van de Hoe kun je – vragen op een leeg A3-papier. Elke leerling bedenkt in 3 minuten voor de vraag op zijn A3-vel zo veel mogelijk ideeën. Stimuleer dat er ook zeker getekend mag worden!

4.

Als de timer afgaat, stopt iedereen met ideeën bedenken voor deze vraag. Iedereen schuift het blad met ideeën met de klok mee door naar de volgende leerling. Start weer een timer en laat iedereen voor een nieuwe vraag ideeën bedenken. Ga zo door totdat iedereen binnen een groepje alle bedachte Hoe kun je – vragen heeft gehad.

Laat leerlingen op elkaars ideeën kunnen doorbouwen. Dit is allemaal inspiratie, dus gebruik dat ook!

5.

Geef de leerlingen een A2-vel papier per groepje. Teken daarop zelf voorafgaand aan de les de combinatietabel. Of vraag de leerlingen deze van het werkblad na te tekenen.

6.

Schrijf/teken een selectie van de ideeën van de Hoe kun je – brainstorm op de assen van de tabel.

Moeite met kiezen? Laat dan alle leerlingen van het groepje stemmen met gekleurde stippen op de beste drie ideeën.

7.

De leerlingen gaan aan de slag om zoveel mogelijk combinaties van ideeën te bedenken. Alles kan! Het kan lastig zijn om alles in te vullen. Kijk vooral hoe ver de leerlingen komen. Iedere bedachte combinatie is er één, dus lukt het de leerlingen niet om alles in te vullen, is dat niet erg.

8.

Om uit alle ideeën te bepalen welk idee verder uitgewerkt gaat worden, wordt er met stippen gestemd. Iedere leerling mag drie stippen plaatsen bij de bedachte ideeën in de tabel. In de fase hierna gaan leerlingen dit gekozen idee verder uitwerken tot een concreet concept, waarbij de ontwerpvraag weer terugkomt.