Op stap met Jet en Jan

Vrij!

60 minuten

  • Lesdoelen
    • Leerlingen kijken terug op hun bezoek aan Museumwerf Vreeswijk.
    • Leerlingen spelen zoals in de tijd van Jet en Jan.
  • Voorbereiding

    Als ervoor kiest om spellencircuit uit te zetten, dan heb je het volgende nodig:

    • 1 x springtouw
    • 1 x stoepkrijt

    Verdeel de klas in 4 groepen en laat iedere groep 15 minuten lang een onderdeel van het activiteitencircuit uitvoeren. Na 15 minuten wordt er gewisseld, net zolang totdat alle groepen na een uur alle onderdelen hebben gehad.

Bijna vrij…

De dag met Jet en Jan zit er bijna op! Tijd om met elkaar terug te kijken op jullie bezoek aan Museumwerf Vreeswijk.

  • Hoe was het?

    Hoe was het om een dag in de huid van Jet en Jan te kruipen?

    Maak een woordweb en schrijf woorden op die bij je opkomen als je terugdenkt aan je bezoek aan (NAAM INSTELLING).

    • Wat vond je leuk en minder leuk om te doen?
    • Zou je kunnen wennen aan het leven in 1910?
  • Hoe zouden Jet en Jan het vinden?

    Stel je voor dat Jet en Jan een dag in jullie leven zouden meedraaien, wat zou hen dan opvallen?

    Maak een woordweb en schrijf woorden op die bij je opkomen als je fantaseert over een bezoek van Jet en Jan aan onze tijd.

    • Wat zouden zij graag meenemen naar hun eigen tijd, aan spullen of gewoontes?
    • Wat zouden zij missen?
  • Beter of anders?

    Kun je zeggen dat het leven van nu beter is, of was het leven van vroeger gewoon anders? Zo ja, hoezo dan? Zo niet, waarom niet?

Vrij!…

Als jij vrij bent, zoek je misschien een rustig hoekje op om te lezen, of je speelt met je broer of zus, je tablet of met kinderen uit de buurt. Even lekker ontspannen!

Als Jet en Jan uit school kwamen en het werk thuis was gedaan, hadden Jet en Jan ook vrij. En dan speelden zij ook, net als jullie. Maar wat zij deden, is misschien net even wat anders dan jullie doen: hinkelen, springtouwen of zaklopen.

Vandaag kunnen jullie een activiteitencircuit doen, tijdens de pauze of in de les! Met spelletjes net zoals Jet en Jan vroeger deden.

Touwtje springen

In spin…de bocht gaan in…uit spuit…de bocht gaat uit!

Je kunt in je eentje springtouwen. Dat heb je misschien al eens gedaan. Maar heb je ook eens met een lang touw gesprongen, met een liedje of in een groep?

Annemarie Koekoek

Kennen jullie dit spel?

Iedereen staat achter een (denkbeeldige) lijn, behalve ‘Annemaria’. Die staat zo’n 10-15 meter verderop, met zijn of haar rug naar de spelers en roept steeds ‘An-ne-ma-ri-a Koe-koek’. Bij Koekoek draait Annemaria zich om. Iedereen die dan nog beweegt moet opnieuw beginnen. Diegene die als eerste bij Annemaria aantikt, is de nieuwe Annemaria.

  • Wist je dat...

    Annemarie Koekoek wordt nog steeds overal ter wereld gespeeld. In Zuid-Korea heet het spel ‘Mugunghwa kkochi pieotseumnida’.

Hinkelen

Hinkelen is een speelse manier van springend lopen op één been! Je kunt hinkelen als je ongeveer 4 jaar oud bent.

Teken met stoepkrijt een hinkelbaan.

  • Wat zijn de regels?
    • Iedere deelnemer pakt een steentje (of een ander voorwerp waarmee gegooid kan worden)
    • Degene die begint gooit zijn/haar steen op nummer 1. Op het vakje waar een steen ligt, mag niet gehinkeld worden.
    • Spring over nummer 1, met je linkervoet in vak 2 en rechtervoet in vak 3. Bij nummer 4 moet je weer op één been staan etc.
    • Na nummer 10, draai je om en hinkel je terug. Je pakt je steentje op. Gelukt? Dan is de volgende.
    • Als iedereen geweest is, dan begin je opnieuw en gooi je je steentje op nummer 2. Daarna op nummer 3 etc.  Net zolang totdat je alle nummers hebt gehad.
    • Val je tijdens het hinkelen om? Spring je buiten de lijnen of per ongeluk op een vak waar een steentje ligt? Dan ben je af.

Blindemannetje

Blindemannetje wordt al eeuwenlang gespeeld, door kinderen én volwassenen. Er zijn schilderijen en tekeningen waarop je kunt zien hoe dat toen gespeeld werd.

  • Hoe speel je blindemannetje?
    • Iedereen staat in een cirkel. Eén iemand wordt geblinddoekt met een theedoek of sjaal.
    • Draai het blindemannetje voorzichtig een paar keer rond. De anderen bewegen zich rond de ‘blinde’ speler en roepen.
    • Als het blindemannetje ‘Stop!’ roept moet iedereen blijven staan.
    • Dan moet het blindemannetje proberen een van de spelers op de tast zien te vinden. Die mogen hun lichaam bewegen om de blinde man te ontwijken, maar niet met hun voeten bewegen!
    • Als het blindemannetje iemand gevonden heeft draaien de rollen om. De blinddoek wordt dan bij diegene omgedaan en het spel begint opnieuw.