Landschappen met stijl

Mijn landschap

45 minuten

  • Lesdoelen

    De leerlingen leren schilderen naar waarneming, aan de hand van een foto.

  • Benodigdheden
    • Plakkaat verf, primaire kleuren en wit
    • Varkensharen penselen in verschillende diktes
    • Schorten, potten water, keukenpapier

    Kijk hieronder welke foto’s horen bij jouw gemeente en de gastdocent die bij jullie in de klas is geweest. Gebruik die foto’s bij het afmaken van de schilderijen.

  • Hoe vonden jullie de les met Sabrina?
  • Heb je nog goede tips gekregen?
  • Heb je meer interesse gekregen in schilderen?
  • Nog wat schildertips van Sabrina

    Iedereen schildert op een andere manier dus onthoud goed: het is jouw schilderij. Er is geen perfecte manier van schilderen en het hoeft niet exact echt te lijken. Als dat zo zou zijn dan had je beter een foto kunnen maken toch?

    Het gaat erom dat je oefent en speelt met verf, plezier hebt in het schilderen en het jouw manier van schilderen ontdekt.

    Durf te spelen met kleur.

    Durf kleuren te mengen en jouw eigen kleuren te ontdekken.

    Het gras hoeft niet precies die kleur groen te zijn die je in het echt ziet. Maar je kan je eigen kleur groen ontdekken omdat jij dat mooi vindt. En misschien wil je het gras op je schilderij ook wel in andere kleuren schilderen.

    Dat maakt jouw schilderij uniek!

Jullie werken verder aan jullie zelfgemaakte schilderij. Succes!
  • Hoe vonden jullie de les met Nico?
  • Heb je nog goede tips gekregen?
  • Heb je meer interesse gekregen in schilderen?
  • Nog wat schildertips van Nico
    • Begin je schilderij niet met een potloodtekening. Grote kans dat je dan al meteen te veel details gaat tekenen. Meng een kleur en gebruik een natte punt van een doek of handen-droog-papier en teken hiermee in de nog natte verf in grote streken je belangrijkste vormen. De horizon, een grote vlek voor alle bomen enz. Hou het zo grof mogelijk. Wanneer dit is opgedroogd ga je de vormen invullen.
    • Schilderen kun je met allerlei materialen. Gebruik eens de achterkant van de kwast om te krassen in de verf. Gebruik je vingers om mooie zachte lagen te maken of gebruik een stukje doek/prop papier om wolken te maken door deppen.
    • Je hoeft niet altijd alles tot in de laatste details uit te werken. Wat vind je zo mooi aan een landschap: de lucht, een bosje met bloemen of een lelijk geworden hekje? Geef dit onderdeel de meeste details en laat de rest lekker grof. Zo weet de kijker meteen wat jij het mooiste vindt in dat landschap.
    • Je hoeft niet altijd alle kleuren die je ziet, ook te schilderen. Een schilderij in alleen oranje of groene tinten is ook heel mooi. Je mag de keuren altijd helemaal zelf bepalen.
Jullie werken verder aan jullie zelfgemaakte schilderij. Succes!
Zijn jullie klaar? Maak met al jullie mooie schilderijen een tentoonstelling!
Vorige les