Erfgoed doen

Bij mij thuis! – Kinderboekenweek (groep 6-8)

  • Groep 6-8
  • Benodigdheden

    Tekenpapier en tekenspullen

  • Leerdoelen
    • Leerlingen leren met andere ogen / meer bewust te kijken naar hun eigen omgeving.
    • Zij denken na over een bijzondere plek in hun huis en verbeelden deze plek in een tekening.
  • Voorbereiding

    Bekijk het werk van Jan Rothuizen en zie hoe hij de wereld om zich heen vorm geeft.

Bij mij thuis?

Oost west, thuis best! is een bekend spreekwoord. Wat maakt jouw huis tot een thuis? Welke plek in huis vind jij fijn? Zit je het liefst op de bank met een boek of een scherm? Of met de hond op schoot op die fijne stoel weg te dromen? Is de fijne plek misschien de  keuken omdat het daar lekker naar eten ruikt? Of zit je liever veilig verborgen op je bed in je eigen kamer?
Bedenk eens welke plek voor jou fijn is. Het kan ook een plek in de tuin zijn of misschien een raam van waaruit je naar buiten kijkt. Heb je al een plek in je hoofd?

 

De zachte atlas van Jan Rothuizen

Bekijk met de klas één (of meer) van de tekeningen van kunstenaar Jan Rothuizen hierboven. Laat de kinderen even rustig naar de afbeelding kijken. En stel daarna onderstaande vragen. Alle antwoorden zijn goed. Het gaat erom dat de kinderen kunnen benoemen wat ze hebben gezien, wat ze denken, wat ze opvalt en wat ze nieuwsgierig maakt.

  • Wat voor kamer denk je dat dit is? Waaraan zie je dat?
  • Wat valt je op? Wat denk je bij het kijken naar deze tekening?
  • Wat valt er nog meer te ontdekken? Waar ben je nieuwsgierig naar?

Hoe tekent Rothuizen eigenlijk?

Wat Rothuizen eigenlijk doet is in woord en beeld de wereld om zich heen vormgeven. Hij denkt na en laat zien hoe plekken voor hem betekenis krijgen. Hij maakt als het ware een persoonlijk portret (verhaal) van een plek. Doordat hij laat zien wat hij denkt, zich verbeeldt, zich afvraagt, wat hij weet, hoort, ruikt, proeft etc. Hij kijkt met een open, nieuwsgierige blik.

Hij noemt zijn tekeningen een zachte atlas. Het zijn geen harde feiten maar het is zijn blik op die plek die hij in zijn tekeningen weergeeft. Hij laat met zijn tekeningen zien welke betekenis een plek voor hem heeft.

 

  • 1. Hij kijkt met zijn zintuigen: wat zie ik, wat hoor ik, wat ruik ik, wat proef ik, wat voel ik en wat denk ik daar dan bij.
  • 2. Hij gebruikt zijn verbeelding: Welke associaties maak ik? Wat fantaseer ik of vraag ik mij af?
  • 3. Hij stelt allerlei vragen aan de plek.
  • 4. Hij gebruikt wat hij weet: Wat weet ik over deze plek? Welke herinneringen komen er bij mij bovendrijven als ik hier ben?
  • 5. Hij gebruikt emoties: Wat doet deze plek met mij? Wat voel ik?

Met andere ogen

Bekijk vandaag thuis je eigen plek in jouw huis met anderen ogen, de ogen van kunstenaar Jan Rothuizen. Bekijk het eens heel goed en pak pen en papier erbij. Neem het werkblad met de speurregels erbij.

Alles wat je ontdekt is goed! Een kapotte tegel op de vloer, hondenharen, het motief van het kussentje, de foto met het verhaal erbij, het souvenirtje van de vakantie of die schommel waar je graag heen en weer op gaat.

Maak kleine tekeningetjes van de ontdekkingen van je plek. Je maakt eigenlijk een soort mindmap van je plek waarin je vertelt in woord en beeld. Je hoeft niet alles precies te tekenen. Schrijf zinnetjes op over wat je weet, voelt, denkt bij die plek. Gebruik ook je fantasie.

Thuis bij mij!

Kijk en bespreek met elkaar de verschillende plekken die iedereen heeft getekend.