Plaatselijke figuren

Voorbereiding op het bezoek van de fotograaf

20 minuten

  • Lesdoelen

    De leerlingen:

    • worden zich bewust van overeenkomsten binnen de groep
    • denken na over hoe je iets uitdraagt op de foto
    • kennen de context van historische foto’s uit hun omgeving
  • Voorbereidingen
    • Print werkblad 3 acht keer uit. (een werkblad per groepje van 4-7 kinderen)
    • Zorg ervoor dat voorafgaand aan het bezoek van de fotograaf duidelijk is of er kinderen zijn die geen toestemming hebben van de ouders/verzorgers om te worden gefotografeerd. Je kunt daarbij gebruik maken van de ouderbrief.

    De gastdocent zal zorgen dat alle leerlingen deel kunnen nemen aan de fotosessie. Ze kunnen onherkenbaar in beeld gebracht worden indien nodig.

Portretten van vroeger

Bekijk de 3 historische foto’s.

  • Kun je zien wat de persoon/personen doen? Welke spullen zijn er te zien?
Vroeger duurde het lang om een foto te maken. Soms wel 5 minuten. Daarom staan mensen er vaak stijf op. Probeer maar eens 5 minuten je foto-gezicht vol te houden!
Heb je goed gekeken naar de laatste foto? Waar 7 mensen in een auto zitten? Hoe zitten zij nou precies? Niet! De auto is van karton. Maar het zag er wel heel rijk uit als je in je auto op de foto ging.
Volgende les komt er een echte fotograaf op bezoek om jullie in groepjes op de foto te zetten!
Hoe zouden jullie op de foto willen, wat zou je willen zeggen met de foto?

We gaan op zoek naar overeenkomsten in de klas om te kijken hoe we de groepjes kunnen indelen.

Maak een indeling in groepjes van leerlingen met een gezamenlijke interesse. Schrijf ieder onderwerp dat genoemd wordt op, en turf hoeveel kinderen ‘meedoen’ aan het onderwerp. Bekijk of je onderwerpen kunt samenvoegen. Bijv. als er 2 basketbal en 1 hockey is, maak je het groepje ‘sport’. Maak eventueel een ‘van alles en nog wat’-groep van kleine groepjes.

De groepjes hoeven niet even groot te zijn. De maximale grootte van één groepje is zeven personen.

  • Wat doen jullie graag?

    Bijvoorbeeld: gamen, zwemmen, voetballen, verkleden, taarten bakken, hutten bouwen of voor dieren zorgen.

  • Heeft er iemand een speciale hobby die niemand anders heeft?

Zitten jullie per groepje bij elkaar?

Vul samen werkblad 3 in, zodat je weet wie wat meeneemt voor de foto.

  • Hoe kun je op de foto laten zien dat je van de leesclub bent, of van dieren houdt?
  • Wat heeft jouw groepje nodig om op de foto te gaan?
  • Kunnen jullie zelf alles mee nemen? Of heb je hulp van klasgenoten nodig?
De fotograaf heeft bij ieder groepje een assistent nodig die helpt bij de enscenering. Dat moet dan iemand zijn die NIET in dat groepje zit. Kies vijf leerlingen voor deze taak. Zij zijn dan dus assistent bij een ander groepje, naast de rol die ze hebben in hun eigen groepje.