-
Lesdoelen
De kinderen leren betekenis verlenen aan het erfgoed in de eigen omgeving. Ze oefenen in spel en ontdektochten om hun waarnemingen, denkstappen en meningen goed onder woorden te brengen.
-
Benodigdheden
- Voorleesverhaal week 3
- Kijkplaat 4
- Woordkaartjes week 3
- Kraaikaart
- Het omgevingsboek
Lees Op de toren staat een haan deel 3
Bekijk
Kijkplaat 4
Bekijk
Woordkaartjes
Gebruik de woordkaartjes van les 1, les 2 en les 3.
En kies een werkvorm: stempelen, rijmen, uitbeelden of maak een memoryspel!
Voeg een bijvoeglijk naamwoord toe aan alles wat ze zien, net als Hubertus de haan die altijd met twee woorden spreekt: grote zandbak, rode deur, scheve boom, spannende struiken, hoog klimrek etc.
Woordkaartjes week 1
Woordkaartjes week 1
Woordkaartjes Week 2
Woordkaartjes week 2
Woordkaartjes week 3
Woorskaartjes week 3
Maak een extra couplet op Het Hanenlied!
Ik zie, ik zie…
Ga met de klas een rondje door de buurt lopen en neem de kraaikaart mee.
Welke woordjes herken je? Wat zie je onderweg?
De Kraaikaart
Bekijk
Het Omgevingsboek
Maak het boek mooi af!