Ontdektocht op het schoolplein

Lesdoelen

De kinderen leren betekenis verlenen aan het erfgoed in de eigen omgeving. Ze oefenen in spel en ontdektochten om hun waarnemingen, denkstappen en meningen goed onder woorden te brengen.
Benodigdheden
- Voorleesverhaal week 2
- Kijkplaat 3
- Woordkaartjes week 2
- Het omgevingsboek
- Eventueel een verrekijker, vergrootglas, leesbril, spiegeltje, diaframe etc.

Welke dingen zie je in de omgeving op de kijkplaat?

De Woordkaartjes

Gebruik de woordkaartjes van les 1 en les 2. En kies een werkvorm: stempelen, rijmen, uitbeelden of maak een memoryspel!

Voeg een bijvoeglijk naamwoord toe aan alles wat ze zien, net als Hubertus de haan die altijd met twee woorden spreekt: grote zandbak, rode deur, scheve boom, spannende struiken, hoog klimrek etc.

Woordkaartjes week 1

Woordkaartjes week 2

Maak zelf een couplet op Het Hanenlied!

Klaar met de tekst? Kunnen jullie er ook een beweging bij maken?

De Ontdektocht

Ik zie ik zie wat jij niet ziet?

Maak vijf groepjes met de klas. Elk groepje krijgt een groot wit vel papier en stiften/potloden.

Ga samen naar het schoolplein!

Groep 1

Kijk omhoog. Wat is allemaal hoog? Wat is het hoogste punt? Wat is een geschikt uitkijkpunt? Wat is laag?
Groep 2

Verken de hoeken van het schoolplein. Waar kun je alles zien? Gebruik eventueel een verrekijker. Wat zie je allemaal? Wat hoor je? Waar komt het geluid vandaan?
Groep 3

Hoe voelen de verschillende materialen die aanwezig zijn op het plein? Wat voelt koud, warm, ruw, glad, zacht of hard? Welke soorten tegels liggen op het plein? Zijn er tegels met een speciale markering?
Groep 4

Welke hokken / rekken / hekken / bouwwerken en groenelementen zijn aanwezig op het plein?
Groep 5

Wat zie je op de grond onder je voeten? Wat ligt er op de grond? Is dat hetzelfde als binnen in de klas? Tegels tellen. Zijn er verschillende soorten tegels? Zijn er tegels met speciale markeringen, denk aan lieveheersbeestje of een knikkerpot. Wat zit er onder de tegels? Gebruik eventueel een vergrootglas. Welke tegels zie je net buiten het schoolplein? Hoe voelen de tegels? Ruw of glad, warm of koud?

Het omgevingsboek

Stop de gemaakte werkjes in het omgevingsboek.

Wat komt er in het boek?
Wat hebben we deze week ontdekt?
Wat was het hoogste punt op het schoolplein?
En het laagste punt? Hoe waren de tegels?