Meer doen met je omgeving!

De culturele omgeving: Waarom?

Een kind heeft honderd werelden om te ontdekken, honderd werelden om uit te vinden, honderd werelden om te dromen.
Pedagoog en idealist Loris Malguzzi

Leren kun je uit een boek, maar hoe mooi is het om ook te leren in en met je eigen omgeving. Het is immers de plek waar de leerlingen wonen, spelen, leren, onderzoeken en ontdekken. Het is de plek die de kinderen met elkaar verbindt. Door je omgeving bij je onderwijs te betrekken haal je een bron van kennis, inspiratie, verhalen en expertise de school in. Daarbij vergroot je de betrokkenheid van kinderen bij de plek waar ze wonen. En versterk je hun vaardigheden.

Een bron van inspiratie en expertise

Elke gemeente herbergt een rijkdom aan verhalen, geschiedenis en inspirerende mensen en organisaties die kennis en expertise op allerlei terreinen hebben. Als school heb je wellicht een cultuurbeleid. Staat hierin iets over hoe jullie als school leerlingen laten leren met, in en over de eigen omgeving?

Uit een boek leren over de waterlinie is heel anders dan met een gids een fort ontdekken. Bij de resten van een kasteelruïne kun je je verwonderen over hoe het daar vroeger aan toe ging. Een boek lezen wordt echt bijzonder als je de schrijver ervan in levenden lijve ontmoet en vragen kan stellen. Met een dichter op pad om woorden te zoeken bij wat je ziet. Een landschapsschilder leert de leerlingen met een andere blik kijken naar het landschap om hen heen. En zet eens een professionele danser naast de kinderen en kijk wat er gebeurt.

Het begint eigenlijk met een vraag:

wat wil ik mijn leerlingen in 8 jaar tijd over hun eigen omgeving meegeven? Waar zijn ze geweest, wie hebben ze ontmoet en wat hebben ze ontdekt?

Na 8 jaar een volle, rijke rugzak

Je wilt dat leerlingen hun omgeving leren kennen, herinneringen opbouwen en ontmoetingen hebben. En met een nieuwsgierige, open blik om zich heen kijken. Je fietst immers anders langs plekken als je weet wie er woont of gewerkt heeft. Je kijkt met nieuwe ogen als je de verhalen kent.
Hoe meer je weet van een plek, hoe meer je je ermee verbonden kunt voelen. Kijk maar eens met de leerlingen naar de gevels van de huizen in de wijk. Wat zijn de verhalen achter deze gevels? Of je bespreekt een bepaald gebouw. Zaten er onderduikers in de Tweede Wereldoorlog in dit huis en wat is er met hun gebeurd? Was hier vroeger een bakker en hoe ging hij dan te werk in die tijd? En wie wonen er eigenlijk in dat statige huis met die grote tuin? Maar ook een ontmoeting met een plaatselijk kunstenaar, dichter of iemand die vertelt over zijn werk kan kinderen hun blik op de wereld verrijken.

Vaardigheden en houding 

De plekken die leerlingen bezoeken en de personen die ze ontmoeten doen een beroep op allerlei vaardigheden: het onderzoekend leren, de creatieve kracht, het kritisch denken en de sociale en culturele vaardigheden van kinderen. Niet alleen de waarneming, de zintuigen maar ook de verbeelding en het kritisch denken wordt gestimuleerd. Ze leren nieuwe woorden en zich uitdrukken en betekenis te geven over wat ze zien en meemaken.

Kijk maar eens hoe kunstenaar Jan Rothuizen zijn ‘zachte atlassen’ maakt: hij kijkt met al zijn zintuigen.  Hij luistert hardop naar wat hij denkt en stelt vragen uit nieuwsgierigheid. Hij verwondert zich en neemt zijn kennis, ervaringen en herinneringen mee in het kijken naar de wereld om zich heen. En dan geeft hij het vorm, in zijn tekeningen.