3 x een maker

3x VAKWERK

Hoe zorg je kinderen dat aan het maken gaan? Laat ze eens starten vanuit drie verschillende rollen: als kunstenaar, ontwerper of ambachtsman.

Tekst: Hanna van der Veen

Presenteer een thema (bijvoorbeeld: schoenen) en een context (bijvoorbeeld: laat schoenen van vroeger zien of uit andere landen). Geef ieder kind een van de drie rollen en bijbehorende opdrachten:

• Je bent een kunstenaar

  Je bent een kunstenaar en je gaat de mogelijkheden verkennen van de materialen die er liggen. Hoe kun je ze vouwen, verbinden, vervormen?

  Nodig:  stof, touw, draad, papier, plastic, scharen, naalden, lijm, plakband, etc.

• Je bent een ontwerper

  Je bent een ontwerper en je gaat uitzoeken hoe je met deze materialen iets zou kunnen maken om je voeten mee warm te houden.

  Nodig:  stof, touw, draad, papier, plastic, scharen, naalden, lijm, plakband, etc.

• Je bent een schoenmaker

  Je bent schoenmaker die met het patroon een slof gaat maken. Kies stof, knip de vormen uit een naai de delen op elkaar.

  Nodig:  vilt, naaigaren, naalden, scharen, naai-instructies en een patroon, etc.

Na 20 minuten kunnen kinderen die dat willen van rol wisselen. Bespreek aan het eind van de les de resultaten. Welke ontdekkingen hebben de kunstenaars gedaan? Welke oplossingen bedachten de ontwerpers? En hoe zien de sloffen van de schoenmakers eruit? Wat kunnen de verschillende rollen van elkaar leren? Wat vinden de leerlingen de fijnste rol? Vindt iedereen hetzelfde? Of vindt iedereen wat anders? Waarom is deze rol fijn of leuk?