Mixen mag

Een vos verliest nooit zijn streken

KUNSTWERK

Waaraan zie je iemands karakter? Uiterlijke kenmerken. De manier waarop hij beweegt. De manier waarop hij praat. En de omgeving waarin hij het liefst is.

Tekst: Jesse Smale en Mirjam de Heer

Onderbouw: Het stokpoppentheater

Lees!

Lees uit twee verschillende jeugdboeken een korte dialoog voor. Een goed uitgangspunt zijn de verhaaltjes uit ‘De schelmenstreken van Reinaert de Vos’, bewerkt door Koos Meinderts. Ook de Kikker-boeken van Max Veldhuijs of de boeken van Toon Tellegen bevatten mooie voorbeelden. Gebruik je stem anders bij de verschillende karakters.

Onderzoek!

Kies één van de dieren uit het verhaaltje. Bekijk samen hoe het dier eruitziet. Is hij klein of groot? Welke kleur heeft hij? Heeft hij een grote mond, lange oren, veel haar? Hoe praatte het dier toen jij zijn tekst voorlas? Deed hij gemeen, lief, boos, bang, serieus, nieuwsgierig, onverschillig of… Schrijf alle kenmerken en eigenschappen die de kinderen noemen op. Doe ditzelfde voor twee andere dieren.

Maak!

Zorg voor een stuk stevig karton op A4 formaat en een bamboestokje per leerling. Laat elke leerling een van de besproken dieren kiezen. Eerst tekenen zij hun gekozen dier zo groot mogelijk op het vel papier. Stimuleer hen details toe te voegen: een lange neus, grote voeten. Daarna kleuren ze het dier in met vetkrijt en knippen het uit. Tot slot bevestigen ze het bamboestokje met plakband op de achterkant.

Speel!

Maak tweetallen van kinderen met verschillende stokpoppen. Geef elk tweetal een beginzin voor een dialoog: “Wie ben jij?”. Laat hen oefenen met verschillende stemmetjes en bewegingen. Zet nu het digibord aan op een wit scherm. Om de beurt spelen de tweetallen met hun poppen die als silhouet voor het scherm verschijnen. Laat de klas vragen stellen aan de poppen.

Bovenbouw: De Fortniteshow

Lees!

Lees uit twee verschillende jeugdboeken, bijvoorbeeld uit Harry Potter of de Hongerspelen, een beschrijving van een persoon en de beschrijving van een omgeving voor. Voor iets jongere kinderen kies je bijvoorbeeld beschrijvingen uit Mees Kees of Dummie de Mummie. Bespreek aan de hand van de voorbeelden hoe karakter en omgeving samenhangen.

Onderzoek!

We gaan een omgeving maken bij de personages uit het spel Fortnite. Verdeel daarvoor de klas in viertallen. Elk viertal benoemt twee decormakers en twee Fortnite dansers. De dansers kiezen een van de Fortnite karakters uit en bestuderen het bijbehorende dansje. Welke karaktereigenschappen zie je in dat dansje? Welke omgeving hoort er bij dit karakter? Laat de groepjes hun ideeën opschrijven.

Maak!

De groepjes bedenken bij de twee karakters een passende omgeving. Deze omgeving maken de decormakers in de vorm van een collage. Als inspiratie kun je legopoppetjes, takken, bladeren, dennenappels en allerlei keukenmateriaal zoals spatels, gardes en een stamper klaarleggen. Maar stimuleer kinderen ook zelf op zoek te gaan naar materialen.

Speel!

Tijd voor een Fortniteshow! Zet de overheadprojector voor in de klas. Een voor een komen de groepjes hun act doen. De dansers staan steeds voor het lichtvlak van de projector, zodat hun bewegende silhouet te zien is. De decorbouwers leggen voorwerpen op de projector. Zo ontstaat de omgeving om de dansers heen. Als de show een succes is kun je hem ook voor ouders doen.

Mixen mag

Van het klappen van een ritme bij het opzeggen van de tafels tot een projectweek voor de hele school… Als je je verdiept in het thema ‘vakintegratie’ kom je er al vrij snel achter dat bijna elke leerkracht hier wel aan doet. De meerwaarde zit in de subtiele en bewuste afstemming van de verschillende vakken en leerdoelen.

Lees magazine online