De voorstelling op de doos
ACHTERGROND
Een stukje spelling, een stukje rekenen, een stukje geschiedenis… Via methodes leren kinderen de wereld in puzzelstukjes kennen. Soms zien ze een beeld ontstaan, meestal komt dat pas als ze volwassen zijn. Wat als we nu eens beginnen met de voorstelling bovenop de puzzeldoos?
Tekst: Mirjam de Heer
Beeld: Mireille Schaap
Uit een onderzoek dat het Landelijk Kenniscentrum voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) uitvoerde samen met DUO Onderwijsonderzoek en Advies blijkt dat meer dan de helft van de leerkrachten een of meerdere cultuurvakken koppelt aan overkoepelende thema’s of projecten. Integratie van vakken is blijkbaar iets waar leerkrachten waarde aan hechten en cultuureducatie helpt daarbij. Leerkrachten die aan het onderzoek meewerkten zien dat leerlingen meer gemotiveerd en betrokken zijn als de lesstof in samenhang wordt aangeboden.
Dat integratie populair is bij leerkrachten heeft alles te maken met die voorstelling bovenop de doos. Boven alles willen leerkrachten kinderen leren zichzelf te verhouden tot de wereld. Integratie bouwt een brug tussen de wereld in de school en de wereld daarbuiten. Kinderen zien dat de kennis die zij verwerven een link heeft met de wereld om hen heen. Zo leren kinderen zichzelf en de wereld beter kennen.
Over lasagna en smoothie
Elke leerkracht of school integreert op zijn eigen manier. De ene stemt leergebieden op elkaar af. Hij plant de excursie naar de Piramide van Austerlitz als het bij geschiedenis gaat over de Franse tijd. Het blijven twee losse lessen met eigen doelen. Ze hebben wel met elkaar te maken en versterken elkaar. Je zou dit de lasagnamethode kunnen noemen: vakken worden als laagjes over elkaar gelegd, waarbij ze afzonderlijk nog wel zichtbaar blijven. Deze methode vraagt vooral om goede planning.
Er zijn ook leerkrachten en scholen die werken vanuit specifieke vragen. Zo’n vraag is bijvoorbeeld: hoe bouwden de Romeinen een Castellum? Om deze vraag te kunnen beantwoorden husselen kinderen stukjes kennis van geschiedenis en cultuur door elkaar. Ze maken als het ware een salade van stukjes kennis. Deze methode vraagt vooral om tijd en middelen. Je zorgt als leerkracht dat er boeken, sites, afbeeldingen en bouwmaterialen voorhanden zijn die de kinderen kunnen gebruiken om de vraag te beantwoorden. Ze gaan zelf aan de slag, maar jij levert de ingrediënten.
Er is nog een derde aanpak: de smoothiemethode. Leerkrachten en scholen die deze methode gebruiken verweven vakken zo met elkaar dat er geen afzonderlijke puzzelstukjes meer te herkennen zijn. Zij werken vanuit thema’s of brede onderzoeksvragen. Deze methode vraagt meer dan tijd alleen. Allereerst: het formuleren van een betekenisvolle opdracht, die kinderen uitdaagt om zelf vragen te stellen en op zoek te gaan naar antwoorden. Daarnaast: het coachen van groepen kinderen.
Over mixers en appatizers
Hoe je ook integreert, integreren kost tijd. Je hebt tijd nodig om de lessen voor te bereiden. En je leerlingen hebben tijd nodig om ze te doen. Integreren vraagt ook om een bepaalde lenigheid van denken. Leerkrachten zijn erg gewend te denken in activiteiten en resultaten. Bij integreren ligt de focus meer op het verdiepen van een thema door de deelnemers. Je legt de doelen vast en de weg die kinderen bewandelen. Je begeleidt hun onderzoek. Een derde randvoorwaarde voor integreren is samenwerken. Er is een sfeer nodig van collectief leren, van stap voor stap veranderen van onderwijs dat uit puzzelstukjes bestaat naar onderwijs dat gaat over de voorstelling op de doos en vertrouwen hebben dat leerlingen de puzzel als ze het beeld op de voorkant kennen zelf kunnen maken.
Cultuur kan je bij het integreren helpen. Cultuur is namelijk zowel maken als meemaken, zowel vormgeven als reflecteren. Het is persoonlijk én maatschappelijk. Bovendien zijn de diverse cultuurdisciplines uit zichzelf al nauw verbonden met andere leergebieden. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen erfgoed en geschiedenis, tussen dans en beweging en tussen muziek en taal. Kunst en erfgoed zijn de ideale mixer voor het onderwijs.
Je kunt kunst en erfgoed op verschillende momenten in het proces inzetten: als inspirerende appetizer aan het begin van een thema, als reflectie instrument of als verbeelding en verslaglegging van het eindresultaat. Daarnaast kun je de stappen uit het creatief proces als leidraad nemen voor het onderzoek van de leerlingen. Net als kunstenaars doorlopen de leerlingen een maakproces dat begint bij inspireren en dan via onderzoeken en uitvoeren uitkomt bij presenteren en reflecteren. En wil je hulp? Betrek dan partners bij het ontwerpen of uitvoeren van je project. Elke gemeente heeft wel kunstenaars of culturele instellingen die graag met het onderwijs samenwerken.
Integreren vraagt om een bepaalde lenigheid van denken.
Een recept voor integreren
Dus: we vinden integreren belangrijk. We kunnen het allemaal op onze eigen manier aanpakken. En we hebben de cultuurvakken, kunstenaars en culturele instellingen die ons kunnen helpen. Aan de slag dan maar!
Ingrediënten
- Grote tekenvellen
- Stiften in alle kleuren
- Een thema
- Het hele team
Bereidingswijze
- Neem het team en de tekenvellen. Het team schrijft of tekent hierop alles waaraan je denkt bij dit thema. Wat weet je? Welke herinneringen heb je? Welke beelden zie je? Wat hoor je, ruik je of proef je bij dit thema?
- Verdeel het team in bouwgroepen. Per bouwgroep is er een groot tekenvel. Maak hierop per bouwgroep een mindmap of woordveld met onderwerpen die passen bij het thema. Omcirkel de onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Kies de twee onderwerpen uit die het dichtst bij de kinderen liggen en waar ze het best op kunnen reflecteren. Zet deze op een apart vel. Plaats om deze twee onderwerpen woorden die bij de leerlingen horen. Zet er ook de cultuurvakken en elementen uit de culturele omgeving bij die daarop aansluiten. Sluit af met een plenaire terugkoppeling van de twee aparte vellen.
- Verdeel het team in bouwgroepen. Bepaal je doelen als leerkracht voor het project. Vertaal deze doelen naar doelen die voor leerlingen relevant zijn. Bedenk hoe je leerlingen via waarneming en verbeelding meeneemt in het onderwerp. Denk aan een spannend verhaal, een mooi kunstwerk, een leuke gastdocent, een bijzondere plek of een populaire game, een inspirerende serie, een grappige mime of muziek waar de kinderen mee bezig zijn. Formuleer een opdracht die leerlingen uitdaagt om op onderzoek uit te gaan. Focus op de opdracht en doelen voor de leerlingen. Laat je eigen doelen en die van de vakgebieden los.
Mixen mag
Van het klappen van een ritme bij het opzeggen van de tafels tot een projectweek voor de hele school… Als je je verdiept in het thema ‘vakintegratie’ kom je er al vrij snel achter dat bijna elke leerkracht hier wel aan doet. De meerwaarde zit in de subtiele en bewuste afstemming van de verschillende vakken en leerdoelen.
Lees magazine online