Mixen mag

De meeste woorden leer ik op school

DOOR HUN OGEN

Openbare Basisschool de Egelantier is Kunstmagneetschool en maakt onderdeel uit van de brede school in Soest. De school heeft een nieuwkomersklas met kinderen van 7 tot 12 jaar. Om hun woordenschat te vergroten zet de school diverse kunstvakken in.

Tekst: Hille Takken
Foto’s: Stephanie Driessen

Evin (12)

“Ik ben geboren in Aleppo. Ik ging eerst naar Turkije, toen naar Nederland. Nu kan ik Koerdisch, Arabisch, Turks en Nederlands. Ik wil ook Engels leren. Ik wil dokter worden. Mijn moeder zegt: ‘wat je wil leren, dat kun je leren. Je bent 12 jaar.’ Ik ben bijna twee jaar in Nederland. Het eerste woord dat ik leerde was negentwintig. Dat was het nummer van ons huis in het kamp.

Ik kwam gelijk in de nieuwkomersklas. In het begin snap je niks. Maar dan doe je woordenschat, lezen, tafels en rekenen. Schrijven vind ik leuk. Ik ben in schrift C2 met schrijven. Nog één bladzijde en dan ben ik klaar! We kwartetten ook. En we doen drama. Dan moet je iets uitbeelden. Soms gaan we zingen. We zingen bijvoorbeeld ‘Ik voel me ozo heppie.’ Dat is een beetje Engels. Heppie betekent blij.

Lezen vind ik ook leuk. Kijk, ik lees dit boek: Tonje en de geheime brief. Het gaat over een meisje dat met een slee van een berg sneeuw af gaat. In de zomervakantie wil ik dit boek meenemen naar huis. Soms gaan we naar de bibliotheek om daar twee uur te lezen. Maar de meeste woorden leer ik op school. Na de zomervakantie ga ik naar groep 7. Heel leuk! We gaan kamperen, twee nachten!”

Mohammed (8)

“Ik vind lezen leuk. Kijk, ik lees dit boek: Meester Max en de minimonsters. Ik weet nog niet waar het over gaat. Ik ging het boek pakken en toen kwam jij. Het leukste boek dat ik ken? Ik weet de naam niet, maar het ging over de politie. Ze gaan in een vliegtuig. De meester zei: ‘wie springt krijgt een parachute.’ Toen ging iemand springen. Zijn buik ging zo omhoog. En dat voelde als ‘woew-woew’.

Zelf heb ik ook in een vliegtuig gezeten. Ik was toen klein. Ik weet er niks meer van. Ik ben geboren in Syrië. Vanaf daar gingen we naar Turkije. Daar was het leuker. Later gingen we naar Nederland. Ik ben hier nu een jaar en acht maanden.

Hier op school vind ik knutselen leuk. Mijn neef kan met een schaar een meisje knippen en een echte aap. Juf kan dat ook. Ze is lief. Als ik zeg: ‘mag ik ook computeren?’, zegt zij ‘ja’. Op de i-pad en op playstation leer ik woorden. Maar altijd spelen mag niet van mijn vader. Ik moet thuis ook lezen, iedere dag twee uurtjes. Zoals in dit boek, maar dan veel moeilijker!”

Rojin (9)

“Mijn broertje en ik zijn geboren in Syrië. Van daar zijn we naar Turkije gegaan. Daar zijn we vijf jaar geweest. Ik ging er naar school. Toen schreven mijn ouders onze naam op een papier. Ze wilden naar Nederland. Die naam was goed, het mocht. En toen zijn we naar Nederland gekomen.

Ik leer Nederlands. Dan kan ik kinderen verstaan en antwoord geven. Thuis spreken we Koerdisch. Maar mijn ouders leren ook Nederlands, op een laptop. Zij lezen mij voor uit een boek over geiten en apen, en ik lees hen voor. Het grappigste Nederlandse woord vind ik ‘poep’. Mijn ouders vinden dat ook. ‘Poep’ is raar. In het Koerdisch zeg je: ‘goe’. In het Turks: ‘bok’.

Je moet veel boeken lezen als je goed Nederlands wilt leren. Thuis hebben we boeken van de bibliotheek, over een prinses en een draak bijvoorbeeld. Juf geeft goed les. Ik vind haar lief en zij vindt mij ook lief. De leukste les vind ik woordenschat. Soms leest juf een verhaal voor, dan mogen wij kleuren. Een Mickey Mouse bijvoorbeeld. Soms zingen we in de klas. Over ridders, die met een zwaard tegen draken vechten. Of over de lente en de zomer. Daar word ik blij van.”

Mixen mag

Van het klappen van een ritme bij het opzeggen van de tafels tot een projectweek voor de hele school… Als je je verdiept in het thema ‘vakintegratie’ kom je er al vrij snel achter dat bijna elke leerkracht hier wel aan doet. De meerwaarde zit in de subtiele en bewuste afstemming van de verschillende vakken en leerdoelen.

Lees magazine online