Jubileumeditie: 10 jaar

Talent telt

ACHTERGROND

Tekst: Vibeke Roeper
Illustraties: Dorrith Rem

Talentvolle kinderen zie je vaak in de buurt van talentvolle volwassenen. Zij weten intuïtief hoe je een ‘talentmoment’ creëert. Uitdagen is het sleutelwoord.

“Omdat mijn moeder mij dwingt’ is het norse antwoord van Reijer (10) als pianoleraar Onno hem vraagt waarom hij naar de proefles is gekomen. Ik sta wat beschaamd naar het gesprekje te luisteren. Het heeft me inderdaad moeite gekost om Reijer mee te krijgen. Maar volgens mij heeft hij een muzikaal talent, dus daar moet je als moeder wat mee. En inderdaad, na die ene proefles is Reijer verkocht. Hij geeft Onno een hand en zegt plechtig: ‘Ik accepteer.’ Vanaf dat moment speelt Reijer elke dag – totaal níet gedwongen – een paar uur piano. Niet alleen de oefeningen van die week, maar ook alle eerdere stukken, en stukken die hij op YouTube vindt. Gaan we met vakantie, dan moet het keyboard  mee. Al snel begint hij zelfs te componeren. Ik, de trotse moeder, zie een muzikale carrière in het verschiet.

Talent

Vierjarigen die alle automerken herkennen. Jonge voetballertjes die een waanzinnig spelinzicht blijken te hebben. Meisjes die uit de kleinste beweging kunnen afleiden hoe hun paard zich voelt. Talent komt tot uiting in een combinatie van aanleg en passie en leidt tot activiteiten die zoveel voldoening geven, dat kinderen er moeiteloos uren aan besteden.

In de bekende theorie van Gardner kun je op wel negen manieren ‘knap’ zijn: taalknap, muziekknap, beeldknap, beweegknap, enzovoort. Jouw persoonlijke combinatie van intelligenties zie je terug in je talenten. Je talent ontwikkel je door er vaak en veel mee bezig te zijn. Uit de muziekpsychologie komt de ‘10.000 uren-regel’ die stelt dat topmusici er op hun 21ste tenminste 10.000 uur studie op hebben zitten. En ook voor topdansers, topsporters,  topschakers, topchirurgen en topkoks geldt: je wordt geen topper zonder eindeloos te oefenen en bezig te zijn met je vak.

Gelukkig bestaat er zoiets als ‘flow’. De term werd bekend door psycholoog Csikszentmihalyi. Flow is de toestand waarin je raakt als je iets doet waar je goed in bent, en waarbij je een uitdaging voelt. Je bent gemotiveerd en je voelt je competent, waardoor je al doende leert en jezelf en anderen versteld doet staan van je kunnen. In flow vergeet je de tijd, en dat stelt je in staat om meer tijd te besteden aan jouw talent dan een ander ooit zou kunnen.

In de klas

Het onderwijs helpt leerlingen ontdekken waar ze goed in zijn, en geeft ze een basis voor hun verdere ontwikkeling. Sommige scholen doen dat onder de noemer ondernemend leren, ervaringsgericht werken of ontwikkelingsgericht  onderwijs. Veel andere scholen nemen onderdelen van deze werkwijzen mee in vakoverstijgende projecten. Dat kan bij leerlingen leiden tot de ontdekking van onvermoede talenten.

Zoals bij Dilan Yurdakul, die van huis uit niet met theater in aanraking kwam. Ze ontdekte haar talent voor acteren tijdens de groep 8-musical. Het was haar eerste podiumervaring, en die smaakte naar meer. Ze koos voor een cultuurprofielschool, ging bij het schooltheater en een jeugdtheatergroep, en speelt nu in GTST. Volgens Dilan is het belangrijk dat de school zo’n  kennismaking biedt. Maar het is net zo belangrijk dat een talent wordt herkend en de kans krijgt om op te bloeien.

Onderwijskundige Ken Robinson vertelt in een lezing op YouTube over zijn interview met ex- Beatle Paul McCartney. Paul zat op de middelbare school in dezelfde klas als George Harrison. De muziekleraar was niet onder de indruk van hun muzikale talent, en de jongens zelf daardoor ook niet. Pas toen zij de andere helft van de band ontmoetten, en zich sámen begonnen te ontwikkelen, raakten ze overtuigd van hun kunnen. And the rest is history.

Ontdekken kan dus heel goed op school gebeuren, maar als het om het ontwikkelen van culturele talenten gaat, is de school niet altijd de aangewezen plek. Peter van der Zant onderscheidt in zijn ‘talentenpiramide’ vier fasen van culturele talentontwikkeling: ontkiemen, verkennen, verdiepen en professionaliseren. Het ontkiemen gebeurt op school of thuis, verkennen vindt plaats in buitenschoolse cursussen of clubs. Verdiepen is iets wat in een vakopleiding of op hoog amateurniveau gebeurt, terwijl professionaliseren alleen is weggelegd voor de culturele talenten die er hun vak van maken. Elke fase heeft zijn eigen waarde voor de ontwikkeling van een leerling. Maar toptalent kan alleen bestaan als er een goede structuur is om dat niveau te bereiken.

Talentmoment

Als school de plek is waar je (cultureel) talent ontdekt, heb je dus iemand nodig die dat talent kan herkennen, ontlokken en benoemen. In een onderzoek van de universiteiten van Groningen en Utrecht – gepubliceerd op www.talentenkracht.nl – gaat het om de interactie tussen kind, leerkracht en materiaal. Talentvolle kinderen, zeggen de onderzoekers, zie je vaak in de buurt van talentvolle volwassenen, die gebruik maken van talent ontlokkende situaties, problemen en materialen. Daarmee creëren zij een zogenaamd ‘talentmoment’.

Zo pakt Jeannette van Dijk (44) dat in haar lespraktijk ook aan. Dat is niet toevallig: Jeannette studeerde aan het conservatorium en speelde 15 jaar viool bij grote orkesten. Maar het onderwijs trok, en tien jaar geleden begon ze aan de Pabo. Nu werkt ze als groepsleerkracht op de Delftsche Schoolvereeniging. Door haar eigen achtergrond pikt ze talenten bij haar leerlingen snel op. Jeannette: “Ik ben altijd op zoek naar de talenten van mijn leerlingen, en ik vind het heel belangrijk dat die talenten worden gezien. Juist die kinderen waarbij dingen soms niet vanzelf gaan, zoals de dyslecten of de ADHD’ers, blijken vaak op een ander vlak een geweldig talent te hebben. Ik merkte bijvoorbeeld dat een van mijn leerlingen – echt een draak in de klas – heel erg mooi kan zingen. Hij maakt nu zelf een lied voor de musical, zodat zijn talent de ruimte krijgt. Daarom vind ik de cultuurvakken ook zo belangrijk: je ziet een heel andere kant van een leerling. Het leren is tegenwoordig zo gericht op de cognitieve vakken. Het extra materiaal voor de slimme kinderen is vaak gericht op nóg meer kennis. Waarom kiezen we bij deze kinderen niet voor een extra uitdaging in de vorm van beeldende vorming, drama of muziek?”

Uitdaging

Jeannette doet haar best om samen met de vakleerkracht muziek meer muziek en drama de school in te brengen. Het strakke rooster met voor elk vak een vast aantal onderwijsminuten maakt het bijna onmogelijk om daar goed de ruimte voor te nemen. ‘Ik heb niet meer minuten voor muziek dan mijn collega’s, dat zou niet kunnen. Maar mijn invulling is wel anders. Ik besteed mijn cultuurbudget aan een echt goed concert. In de klas draaien we vaak LP’s, en we praten over de muziek die we horen. Het analyseren en ontleden van een vraagstuk is ook iets wat ik als violist heb geleerd en wat ik gebruik in mijn lessen. Zo probeer ik mijn leerlingen steeds nieuwe uitdagingen te bieden.’ Reijer is intussen 16 en heeft nog steeds muziekles. Zijn passie is omgeslagen in milde tegenzin. Tegenwoordig vindt hij zijn uitdaging in het knutselen aan ‘antieke’ game-apparaten. Maar soms kan hij zomaar achter de piano gaan zitten en achter elkaar al zijn favoriete stukken spelen. En hoort hij een leuk melodietje, dan speurt hij het internet af naar de muziek en oefent tot hij het onder de knie heeft. Een muzikale carrière zal het niet worden, maar hij heeft alles in de vingers om zijn hele leven voor zijn plezier muziek te maken. Dat is het fijne van talent: als je het eenmaal hebt ontdekt, dan is het voor de rest van je leven van jou.

Bron: Prikkels Talent – 2013

Jubileumeditie!

Het moment dat er 5.500 jaar geleden een creatief genie besloot om twee wielen aan een as te bevestigen veranderde de hele wereld. En dat is precies waarom we creativiteit moeten blijven stimuleren. En dat is waar Prikkels aan wil bijdragen, nu al 10 jaar lang.

Lees Prikkels online