Het ontsteken van een vuur
ACHTERGROND
Tekst: Margit Arts
Beeld: Mireille Schaap
We vinden het fijn om alles onder controle te hebben. Met methodes, opbrengstgericht onderwijs en toetsen proberen we het onderwijs te beheersen. Steeds duidelijker wordt dat ook ‘loslaten’ veel oplevert. Hoe doe je dat? Deze wetenschappers en docenten helpen je hiermee.
“Synaps” roepen de kinderen in de klas van juf Cereescia Sandoval in San Diego verheugd als ze een fout maken. Ze hebben geleerd dat fouten maken iets is wat je viert. Want als je een fout maakt leer je iets. In je hersenen ontstaan nieuwe verbindingen tussen neuronen: een synaps. Hoe meer van dit soort verbindingen, hoe makkelijker je weer nieuwe dingen leert.
Mooie vragen stellen
Docent Dick van de Wateren haalt dit voorbeeld aan in de blog die hij bijhield toen hij een rondreis maakte langs scholen in de Verenigde Staten. In zijn boek ‘Verwonderen’ wil hij onderwijsprofessionals inspireren om vaker hun methodes los te laten. Methodes zijn vaak gericht op het aanleren van kant-en-klare antwoorden. Van de Wateren wil laten zien dat juist het stellen van zinvolle vragen leerlingen veel verder kan brengen dan het aanleren van antwoorden die in de toekomst misschien wel achterhaald zijn.
‘Verwonderen’ is geen pleidooi om te stoppen met lesgeven en kennis af te schaffen. Van de Wateren benadrukt juist het belang van kennis. Hoe meer je weet en kunt, hoe meer je kunt verbinden. En dat is wat creatief denken eigenlijk is: dingen verbinden. Door leerlingen mooie vragen te stellen, stimuleren we alle aspecten van creativiteit: nieuwsgierigheid, volharding, fantasie, discipline en samenwerking.
Spelenderwijs leren
Kinderen kunnen van nature heel goed loslaten. Ze houden van experimenteren, knutselen en spelen. Maar ergens in de loop van de basisschool verdwijnen deze kwaliteiten. Niet zo gek, stelt wetenschapsjournalist Mark Mieras. Op school leer je namelijk gecontroleerd en stapsgewijs denken. Belangrijke vaardigheden, maar met loslaten en creatief denken, kun je ook een hoop leren. Simpelweg door te spelen en te doen.
Als een kind ergens aandacht voor heeft, leert zijn brein. Ons brein probeert namelijk alles om ons heen betekenis te geven. Als een kind iets ziet of hoort, kan dit bij zijn verwachting passen of juist verrassen. Hier zit het leermoment van de aanpassing. Dit leermoment kunnen we gebruiken in het onderwijs.
Bij de cultuurvakken worden kwaliteiten ontwikkeld die ideaal blijken te werken voor het leren. Je doet als leerkracht immers een stap achteruit. Je laat het kind zelf ontdekken en fouten maken, zonder dat je het resultaat vooraf bepaalt. Door te doen leert het kind. En door daarna te reflecteren leert het nog meer.
Jouw professionele ruimte
Maar het loslaten van een methode of een vast eindresultaat is best spannend. Je denkt minder grip te hebben op het proces en eindresultaat. Onderwijspedagoog Gert Biesta is daar duidelijk over: onderwijs brengt altijd risico met zich mee. Omdat het in onderwijs altijd gaat om interactie tussen mensen. Binnen menselijk contact heb je nooit alles in de hand, mensen zijn immers geen geprogrammeerde robots.
Dit risico is geen nadeel, maar juist de kracht van onderwijs, stelt Biesta. Dit is nodig om leerlingen op te laten groeien tot vrije en unieke individuen. Het opleiden van individuen die kritisch en creatief na kunnen denken is volgens Biesta een van de belangrijkste doelen van onderwijs. Hiervoor is een docent nodig die vanuit zijn pedagogische kennis en ervaring weet wat er nodig is. Die weet hoe je onderwijs uitdagend en inspirerend maakt. Om het met de woorden van toneelschrijver W.B. Yeats te zeggen: als leerkracht ben je niet bezig met het vullen van een vat, maar met het ontsteken van een vuur.
Biesta benadrukt het belang van de professionele ruimte van de onderwijsprofessional. Leerkrachten moeten zich houden aan toetsen, methodes en individuele en groepsplannen. Al deze formaliteiten geven weinig ruimte voor eigen beslissingen en zijpaden. De mate waarin zij hun eigen talenten en passie kunnen volgen en leerlingen stimuleren die van hen te vinden is beperkt. Terwijl dat ook onderdeel is van onderwijs omdat juist dat kinderen vormt tot autonome en verantwoordelijke personen. Als we het onderwijs minder dichtmetselen en meer openhouden, ontstaat er plek voor het ontsteken van dat vuur.
Klooien en ontdekken
Astrid Poot werkt op een andere manier aan loslaten: door dingen te maken. Zij is ontwerper en docent techniek op een middelbare school en geeft daarnaast lezingen en workshops over ontdekkend leren. Dit noemt zij ‘de kunst van het maken’.
Astrid Poot analyseerde het maakproces in haar lessen en kwam erachter dat dit steeds anders gaat. Ieder kind heeft een andere strategie of wil iets anders bereiken. De ene wil zomaar iets ontdekken, de ander wil een probleem oplossen of iets concreets leren. Een stappenplan is dus lastig voor te schrijven. Voor een goede maakles zijn volgens haar zes voorwaarden nodig:
- Een goede start
- Een plek
- Tijd
- Spullen
- Aandacht
- Vertrouwen
Bij maken is ‘het niet weten’ heel belangrijk. Laat leerlingen gewoon beginnen zonder vooraf uitgedacht plan. Zo verlaag je de drempel om aan de slag te gaan. Dit maakt hen creatiever, vindingrijker en geeft meer zelfvertrouwen. Met haar stichting ‘Lekker samen klooien’ werkt Astrid aan haar missie om iedereen dingen te laten maken. Haar klooikoffers en ‘makersmaken posters’ zijn hulpmiddelen om hier in de klas mee aan de slag te gaan.
Laat los!
Bovenstaande voorbeelden laten zien hoe je methodes en regie kunt loslaten en zo ruimte biedt voor creativiteit. Pak je professionele ruimte. Laat kinderen spelen. Leer ze vragen te stellen. Beoefen de kunst van het maken. En vier het maken van fouten: synaps!
Bron: Prikkels loslaten – 20018
Jubileumeditie!
Het moment dat er 5.500 jaar geleden een creatief genie besloot om twee wielen aan een as te bevestigen veranderde de hele wereld. En dat is precies waarom we creativiteit moeten blijven stimuleren. En dat is waar Prikkels aan wil bijdragen, nu al 10 jaar lang.
Lees Prikkels online