Verhalenpret

Verhalen tekenen

Verhaal voorlezen

Pak het boek erbij, lees het verhaal nogmaals voor en bekijk samen de illustraties nog eens goed.

  • Wat gebeurt er op de eerste plaat in het boek?
    • Wie loopt daar?
    • Wat is hij aan het doen?
    • Wat zijn Ieber en Knoert eigenlijk voor figuren?
    • Waar wonen ze?
    • Kunnen jullie het verhaal over Ieber en Knoert samen navertellen?
  • Nog meer vragen
    • Wat zie je aan natuur?
    • Is het daar warm of koud?
    • Zijn er ook dieren? Welke zie je allemaal? Wat zijn zij aan het doen?
    • Wat is de gatengriep?
    • Wat is de naam van de plek waar zij wonen?
    • Kies een dier uit het boek en vertel daar iets meer over. Bijvoorbeeld de hagedis of de wolf of de vleermuis.
    • Hoe zou dit dier heten? Wat doet hij daar? Wat eet hij?
    • Waarom ging het opeens goed met de cactus van Knoert? In welke tekening kun je dat zien?

Maak je eigen verhaal

De grote illustratie achter uit het boek Ieber & Knoert biedt mogelijkheden tot verhalen maken. In de grote cactus wonen opeens allerlei vogels die stuk voor stuk aanleiding kunnen zijn voor een verhaal.

  • Wat zie je op deze tekening?
    • Hoeveel dieren wonen er?
    • Wie kiest er één? Hoe noemen we hem?
    • Waar komt hij vandaan?
    • Wat gaat hij doen?
    • Wie is haar beste vriendje in de cactus?
    • Wat zeggen ze tegen elkaar als ze elkaar zien?
    • Wat doen ze graag samen?

    Herhaal wat er verzonnen is en stel daarna de volgende vraag: Wat gebeurt er als het opeens heel hard gaat waaien? …
    (Houd het boek bij de hand)

Zing het liedje

Luister een paar keer naar het liedje en zing dan mee. Eerst het stukje ‘de gatengriep?, …de gatengriep?’. Daarna ook de rest, stukje bij beetje.

  • Vragen over de tekst
    • Wat is fladderen? … Laat maar zien.
    • Wat is kwetteren? … Laat maar horen.
    • Waar wonen de vogels?
    • Wie had er de gatengriep?
    • Wat is dat, de gatengriep? Hoe ziet dat eruit als je de gatengriep hebt?
    • Klopt dat, meer dan 10 vogels? Hoeveel vogels kun je tellen?