Stukjes & Beetjes

Bij stukjes en beetjes

  • Lesdoelen
    • De leerlingen ontdekken nieuwe toepassingsmogelijkheden voor kapot speelgoed en andere losse voorwerpen en onderdelen.
    • Ze maken met de voorwerpen hun eigen driedimensionale kunstwerk.
    • Ze maken met de inhoud van de knopen- en de schelpendoos hun eigen tweedimensionale kunstwerk.
    • Ze stellen zich daarbij een verhaal voor, dat ze onder woorden brengen.
  • Benodigdheden
    • de kubus met het kunstwerk
    • de lade(n) met de voorwerpjes
    • de achtergrondplaten
    • de 9 blokken
    • de knopen- en de schelpendoos
    • het fotoboekje met de tweedimensionale voorbeelden
    • een camera/telefoon/iPad
  • Voorbereiding
    • Zet de kubus veilig neer op een voor de leerlingen werkbare hoogte, aangevuld met de lade(n) met voorwerpen, de losse blokken en de achtergrondplaten.
    • Richt een werktafel in met de knopen- en schelpen­dozen en de achtergrondplaten.
    • Onderzoek van te voren de verschillende mogelijkheden om een kunstwerk te maken in de kijkkast.
    • Zo’n 8 à 9 leerlingen gaan tegelijk aan de slag: 3 leerlingen (driedimensionaal) met de kubus, 5 à 6 (tweedimensionaal) met de knopen- en de schelpendoos.
Driedimensionaal vormgeven

Maak je een dierenkijkkast, een bloemenkastje, of een…? Je kunt in het kastje laten zien waarvan je houdt, of wat je juist eng vindt. Je kunt alles in één kleur kiezen, of juist in één vorm. En welke kant van de kijkkast ga je gebruiken?

Tweedimensionaal vormgeven

In de knopen- en schelpendoos zitten allemaal kleine, platte voorwerpen. Wat voor kunstwerken kun je daarmee maken? Je kunt de achtergrondplaten van de kubus gebruiken als ondergrond

De kunstwerken zijn tijdelijk! Wie er een gemaakt heeft mag erover vertellen, je maakt er een foto van en dan is een volgende leerling aan de beurt.

Wat vond je ervan om zo te werken?

Kun je vertellen waarover jouw kunstwerk gaat?

Hoe zou je je kunstwerk willen noemen?

Wat zien de andere leerlingen in het kunstwerk?