Creativiteit kun je meten, zeggen een aantal auteurs. Wat je bijvoorbeeld kunt meten zijn: de persoonlijke eigenschappen van een persoon, het product dat iemand maakt en de vaardigheden en houding van een persoon.
Guilford: persoonlijke eigenschappen
Psycholoog J.P. Guilford stelt dat je voor creativiteit divergent moet kunnen denken. Er zijn vier eigenschappen die je creativiteit bepalen. Deze kun je ook ontwikkelen. Het zijn:
- Originaliteit en fantasie: het beschikken van unieke ideeën
- Vlotheid: het bedenken van een grote hoeveelheid ideeën in een bepaalde tijd
- Flexibiliteit: het gemakkelijk veranderen van een eerder ‘plan’
- Complexiteit: het onthouden en herkennen van een grote hoeveelheid details en patronen
Nilsson: product
Peter Nilsson legt uit dat een product in meer of mindere mate de creativiteit van de maker kan weerspiegelen. Hoe hoger je komt hoe creatiever:
- Imitatie: het ontwerp is gelijk aan iets dat al bestaat.
- Variatie: het ontwerp vertoont een kleine verandering, maar blijft duidelijk gebaseerd op iets dat al bestaat.
- Combinatie: het ontwerp is een combinatie van twee of meer bestaande dingen.
- Transformatie: het ontwerp is een nieuwe creatie uit elementen van bestaande dingen.
- Originele creatie: het ontwerp is uniek en staat compleet op zichzelf.
Bill Lucas, Guy Claxton & Ellen Spencer
Dit is misschien wel het bekendste model om creativiteit te meten. In samenwerking met scholen kwamen Bill Lucas, Guy Claxton en Ellen Spencer tot een model om vijf aspecten van creativiteit te meten van leerlingen:
- Inquisitive: nieuwsgierigheid
- Persistent: doorzettingsvermogen
- Collaborative: vermogen om samen te werken
- Imaginative: verbeeldingskracht
- Disciplined: discipline