(Re)actie

Veerkracht, verbeelding en verdwalen

UIT HET HART

Tekst: Mirjam de Heer
Illustraties: Anne Graswinckel

Anne Graswinckel werkt aan innovatie met behulp van cultuureducatie bij Keunstwurk, Arcadia Leeuwarden- Fryslân 2028 en de Turnclub Amsterdam.

“Je bent veerkrachtig als je weet wie je bent, waar je vandaan komt en waar je talenten liggen.” Anne Graswinckel is kunstenaar en onderwijsdesigner. Haar passie is leerkrachten laten zien hoe zij thema’s als klimaatcrisis, armoede en oorlog behapbaar en betekenisvol kunnen maken voor hun leerlingen.

“Ik groeide op in een kunstenaarsgezin. Ik danste, las, speelde toneel en maakte kunst. Ik ging naar voorstellingen en bezocht musea. Toen ik zes was zag ik ‘The Beanery’ van Kienholz in het Stedelijk Museum. Dat maakte zo’n indruk op me, dat vergeet ik nooit meer. De rijkdom die al deze ervaringen mij gaven, van troost tot trots, gun ik ieder kind.

Waar ik mijn leven lang naar op zoek ben, is hoe ik de potentie van kunst kan koppelen aan de dagelijkse praktijk in het onderwijs. Dat is wat ik als innovator bij Keunstwurk doe en waar ik bij Arcadia Leeuwarden-Fryslân 2028 aan meewerk. Ik zie om me heen hoe kinderen angstig worden van de oorlog in Oekraïne, omdat ze zich zorgen maken of dat wat daar gebeurt ook hier zal gebeuren. Kunst en kunstenaars kunnen kinderen helpen woorden en beelden te geven aan dat soort gevoelens. Want dat is wat kunstenaars doen: ze maken grote thema’s betekenisvol.

Een leerkracht laat je ontdekken wat je zelf kan zijn.

Verdwalen

Kunstenaars vragen zich bij elk maatschappelijk thema af: wat betekent dit voor mij? Kunstenaars zijn getraind in empathie, het invoelbaar maken van wat bijvoorbeeld armoede is voor iemand die zelf genoeg heeft.

De laag van betekenis mis ik nog vaak in het huidige onderwijs. Een opdracht als: ‘Teken een oplossing voor de klimaatcrisis’ of ‘Maak iets van afvalmateriaal’ brengt je niet tot de kern. Dat soort opdrachten zijn te plat. Als ik als kunstenaar een kind na zou willen laten denken over zoiets groots als het afvalprobleem, dan zou ik kinderen zwerfafval laten zoeken en hen daarna vragen een verhaal te verzinnen bij wat ze gevonden hebben. ‘Dit mondkapje is per ongeluk uit de auto gewaaid van Beyoncé toen ze langs reed in haar limousine op weg naar een concert’ of ‘Dit blikje is op de grond gegooid door een jongen die kwaad was omdat hij de prullenbak niet kon vinden’. Daarna maak je er een tentoonstelling van voor ouders. Als je je opdrachten zo aanpakt geef je kinderen de kans rond te dwalen in het thema, er hun eigen weg in te zoeken. Pas dan gaan ze het probleem daadwerkelijk in kaart brengen, het verbeelden en er betekenis aan geven.

Door kinderen de kans te geven in thema’s te verdwalen spreek je hun kunstenaarsmindset aan. Over de waarde van die manier van kijken voor de maatschappij schreef Merlijn van Twaalfhoven een prachtig filosofisch boek ‘Het is aan ons’. Ik ben lid van de door hem opgerichte Turnclub, een groep van kunstenaars die maatschappelijke problemen vanuit een kunstenaarsmindset wil benaderen en daarmee bij wil dragen aan een nieuwe, betere samenleving. Want de wijze waarop kunstenaars betekenis geven aan de wereld om hen heen stimuleert innovatie en beweging. Ik heb het boek van Merlijn vertaald naar een praktisch handboek voor leerkrachten in het onderwijs: de verdwaalatlas. In de verdwaalatlas staan vooral vragen, geen antwoorden. De vragen helpen leerkrachten om met hun leerlingen anders te kijken, te durven voelen, anders te denken en gewoon te gaan maken.

Verbeelding

Er zijn allerlei theorieën over hoe het werkt met kunst en kinderen. Gert Biesta die beschrijft hoe je kennis via socialisatie persoonlijk maakt. De creatieve cirkel die laat zien hoe creatieve processen functioneren. Cultuur in de Spiegel, de theorie waarin cultureel bewustzijn centraal staat. Ik zie die theorieën als hele waardevolle bouwstenen, maar het onderwijs kent ze niet, want leerkrachten zijn praktisch. De basisscholen die ik via mijn werk bij Keunstwurk spreek willen werken aan de ‘Sustainable Development Goals’, een ‘Groene school’ zijn, de leesvaardigheid van hun leerlingen bevorderen of omgevingsonderwijs geven. Dat zijn praktische doelen.

En juist deze doelen lenen zich goed voor de benadering vanuit een kunstenaarsmindset. Ik kwam laatst bij een school die cultuureducatie in wilde zetten voor leesbevordering en de groene school. We zijn toen enorm verdwaald en hebben bedacht dat we kinderen een leestuin zouden laten ontwerpen. De kunst is om cultuureducatie zo aan praktische doelen te koppelen dat leerkrachten uitgenodigd worden om af te wijken van hun gebaande pad. Gooi er een obstakel in en iedereen gaat los. Ik heb bijvoorbeeld met een team vakdocenten een keer werkvormen bedacht over de lente. We hebben onszelf toen de beperking opgelegd dat het niet mocht gaan over jonge diertjes. Het grappige was: toen we dat obstakel hadden ingevoerd gingen de ideeën bij iedereen stromen. Er ontstaat dan chemie, iets dat je optilt. De verbeelding neemt het over.

Waar komt die golf vandaan?

Veerkracht

Op het moment dat je gaat verdwalen, dat je verbeelding gaat stromen boor je de kunstenaar in jezelf aan. En die kunstenaar, die zit in iedereen. Iedereen is een maker en die maker bevrijden, dat geeft energie. Ons onderwijssysteem is zo op cognitie gericht dat we helemaal vergeten dat de kiem van leren verwondering en verbeelding is. Als je kennis betekenis geeft voor jezelf maak je je kennis toepasbaar. En zo vergroot je je veerkracht. Door de nieuwsgierigheid te prikkelen geef je mensen vleugels en ontstaan gesprekken die je nooit meer vergeet.

Als je terug denkt aan je eigen kindertijd dan zijn het de momenten dat je ideeën gaan stromen, dat je samen iets bereikt en boven het voor de hand liggende uitstijgt, die je onthouden hebt. Niemand is leerkracht geworden omdat hij het leuk vindt om citotoetsen na te kijken of het schrijven van handelingsplannen. Je bent leerkracht geworden omdat je ooit als kind een leerkracht had die je optilde, een voorbeeld, iemand die je liet ontdekken wat je zelf kon zijn.

Voor het Waddenlaboratorium van Oerol heb ik kunstenaars en wetenschappers gevraagd naar hun manier van werken. Ik herinner me een fascinerend gesprek met een golfdeskundige, die vertelde waarom hij geworden was wat hij was. Hij herinnerde zich dat ene moment dat hij als achtjarige aan de zee stond en zich afvroeg: waar komt de golf vandaan? Je wilt als leerkracht degene zijn die een kind zo’n levensvraag laat behouden.

En dat is waarom ik de verdwaalatlas maakte. Om leerkrachten te laten zien dat cultuureducatie onderwijs is. Door jezelf te leren kennen, je talenten te ontdekken en je nieuwsgierigheid te koesteren krijgt de wereld om je heen betekenis. Als leerkracht is je belangrijkste taak om bij je leerlingen verbazing en verwondering aan te wakkeren, om hen de kans te geven te gaan verdwalen. Daar zit ook mijn activisme en gedrevenheid. Want meer dan ooit hebben we veerkrachtige mensen nodig en veerkracht zit in weten wie je bent, waar je vandaan komt en waar je talenten liggen.

Je kunt de verdwaalatlas van Anne Graswinckel voor € 24,55 bestellen via kekcultuureducatie.nl/verdwaalatlas/.

Meer informatie over de Turnclub vind je op turnclub.org.

Prikkels (Re)actie

Want wat jij doet of zegt heeft impact op anderen. Elke actie zorgt voor reacties. Hoe maak je je leerlingen bewust van dit proces? En hoe zet je cultuureducatie daarbij in?

Lees de hele Prikkels online