Even niet in je hoofd…maar je zintuigen!
KUNSTWERK
Ook in een beperkte omgeving valt genoeg te ontdekken! Als je maar op een andere manier kijkt. Met je neus, met je oren, met je handen, of natuurlijk gewoon met je ogen.
Tekst: Marjolein Hovius
Onderbouw
Bereid voor!
Selecteer diverse voorwerpen in het klaslokaal en zet ze op een tafel. Zet ook drie vragenbakjes neer met een sticker: 1, 2 en 3. Leg ook antwoordenbriefjes klaar.
Onderzoek!
Kinderen komen een voor een geblinddoekt aan de tafel zitten. Elk kind krijgt een voorwerp om te onderzoeken. Stel het kind ondertussen drie vragen. De eerste is: is het voorwerp hard/zacht, koud/warm, licht/zwaar, klein/groot, glad/ruw? Doe de briefjes met de antwoorden in bakje 1. De tweede vraag is: wat denk je dat het is? Het antwoord hierop gaat in bakje 2. De antwoorden op de derde vraag: wat kan je er mee doen?
Stop deze in bakje 3. Als alle kinderen zijn geweest, stel ze dan de volgende vragen: hoe was het om de voorwerpen te voelen? Was het moeilijk of makkelijk om te voelen wat iets is? ‘Kijk’ je anders met je handen?
Laat horen!
Laat nu om de beurt drie leerlingen naar voren komen. Elke leerling grabbelt een briefje uit een van de bakjes. De leerlingen lezen de briefjes voor in de volgorde van bakje 1 tot en met 3. Als lezen nog lastig is, laat ze dan het briefje omhoog houden en lees zelf de nieuwe zin voor.
Laat zien!
Plak de mooiste, grappigste of raarste zinnen op een A3 en hang deze poster op in de klas. Lees hem nog een keer helemaal voor.
Bovenbouw
Kies!
Bekijk de zachte atlas op deze pagina. Wat staat erop getekend en in geschreven? Op een zachte atlas zie je hoe een omgeving ‘voelt’. De klas gaat in tweetallen een zachte atlas maken van het schoolplein. Elk tweetal kiest een zintuig: zicht, reuk, geur, gehoor of tast. Zorg dat de zintuigen gelijk verdeeld zijn. Geef elk tweetal een A3 vel met een plattegrond van het schoolplein, een potlood en twee A4’tjes mee.
Doe!
Ga met je tweetal op pad. Markeer met een cijfer, een teken of een kleur op de kaart de plekken waar je iets ruikt, ziet, hoort of voelt. Schrijf op je A4tje wat je waarneemt op de plek die je gemarkeerd hebt. Dat kan in een korte zinnetje, een steekwoord of een tekeningetje. Bijvoorbeeld: hier ruikt het naar gras. Dit kauwgummetje ziet eruit als een poppetje. Op deze plek hoorden we vogeltjes. Het zand in de zandbak voelt koud.
Maak!
Maak groepjes, waarbij in elk groepje alle zintuigen vertegenwoordigd zijn. Elk groepje maakt een zachte atlas. Kijk op www.prikkelsonline.nl hoe je dat doet. Om deze te vullen kiest de groep vijf ontdekkingen op vijf verschillende plekken. Elke plek wordt met een tekeningetje en een korte beschrijving of steekwoord vastgelegd op de juiste plek in de ‘zachte atlas’.
Bekijk!
Als de plattegronden klaar zijn bekijk je ze met z’n allen en bespreek opvallende plekken. Stel de leerlingen de volgende vragen. Hoe is het om je omgeving te ‘bekijken’ door maar één zintuig te gebruiken? Heb je dingen ontdekt die je nog niet eerder wist of gezien had? Je kunt de zachte atlassen op een mooie plek in de school hangen.
Even niet…
Welke houvast biedt cultuur als alle zekerheden wegvallen? Als alles even niet is als normaal. Cultuur helpt om even los te komen van het dagelijkse ritme. Om gevoelens te uiten als je de woorden niet weet en om grip te krijgen in onzekere tijden.
Lees magazine online