Verhalen spelen
KUNSTWERK
Erfgoed en drama combineren maakt leren niet alleen leuker, maar ook effectiever. Kinderen ontdekken de verhalen achter oude voorwerpen en gebouwen en brengen die zelf tot leven.
Tekst: Mirjam de Heer
Illustratie: Noël Boittin
Onderbouw: De marktkoopman
Verzamel!
Verzamel een aantal oude voorwerpen, bijvoorbeeld: een koffiemolen, een lei en griffel, een stoofje, een beddenpan, een tulpenvaas, een puddingvorm, een wierookvaatje of een pijp. Je kunt deze voorwerpen vaak nog vinden in tweedehands winkels. Je kunt ook de kinderen vragen spullen die hun grootouders gebruikten mee te nemen.
Voel, ruik en kijk!
Leg alle spullen onder een doek en ga er met de kinderen omheen zitten. Steeds mag een kind een voorwerp voelen. Vraag het kind te beschrijven wat hij voelt. Voelt het groot, klein, hard, zacht, scherp? Daarna mag het kind het voorwerp onder het doek vandaan halen. Hoe ruikt het? En hoe ziet het eruit? Wat voor kleur heeft het? Waarvan is het gemaakt? Hoe zou je het tekenen?
Verzin!
Waar zou je het voorwerp voor kunnen gebruiken? Wie zou het gebruiken? En wanneer? Benoem niet te snel wat goed is, maar verzamel alle ideeën daarover en verken ze met behulp van vragen met de kinderen. Vraag per voorwerp een tweetal om een verhaaltje te verzinnen over een marktkoopman die het voorwerp wil verkopen aan een klant.
Speel!
De tweetallen maken van hun verhaaltje een kort toneelstukje. De een speelt de marktkoopman, de ander de klant. Oefen niet alleen je tekst, maar ook je bewegingen. Hoe laat je aan een klant zien wat je met het voorwerp kunt? Waarom zou je blij zijn om dit te hebben? Als afsluiting krijgt elk tweetal een paar minuten het podium. Wie is de beste marktkoopman?
Bovenbouw: Een gebouw met karakter
Verzamel!
Vraag de leerlingen om een foto te maken van een bijzonder gebouw dat zij regelmatig op hun weg tegenkomen. Dat kan bijvoorbeeld de schouwburg zijn, een statig herenhuis, een kerk, een molen, het moderne gemeentehuis, een oude villa, een muziekkapelletje, de stadspoort, een tuinhuisje in het park, de watertoren, een bijzonder restaurantje of een station. Zet alle foto’s in een map.
Bekijk!
Bekijk samen met de leerlingen de foto’s op het digibord. Elke leerling vertelt over het gebouw op zijn eigen foto. Is het gebouw groot of klein, hoog of laag? Ziet het er oud uit of juist nieuw? Waarvan is het gemaakt? Welke kleur heeft het? En welke vorm? Is het versierd? Zit er een tuin omheen? Wie gebruiken het gebouw? Waar zou het voor dienen?
Bedenk!
Kies met de klas een aantal gebouwen uit waar jullie meer over willen weten. Maak groepjes van vier leerlingen. Elk groepje zoekt eerst informatie over een van de gebouwen op. Aan de hand van deze informatie bedenkt elk groepje een verhaaltje waarin het gebouw en zijn bewoners of gebruikers een rol spelen.
Speel!
De groepjes zetten hun verhaal om in een toneelstukje. Daarin heeft elk kind een rol. Zorg dat je lichaam en gezichtsuitdrukking ook meedoen. Dan is het tijd voor een voorstelling! Elk groepje krijgt het podium. Projecteer hun foto, of een andere foto die de leerlingen bij het onderzoek vonden, op het digibord als achtergronddecor.
Mensen en verhalen gaan hand in hand. Verhalen helpen ons om gebeurtenissen die we hebben meegemaakt met anderen te delen. Ze zorgen ervoor dat we in gesprek komen en elkaar beter leren kennen. Verhalen helpen ons te onthouden wat we belangrijk vinden. Ze vergroten onze kennis en verrijken ons wereldbeeld. Zo vormen verhalen het cement van onze samenleving. En daarom heeft deze Prikkels als thema 1.001 verhalen. De redactie ging op zoek en vond een enorme rijkdom aan verhalen die inspireren.
Laat de verhalen maar stromen. Veel leesplezier.
Lees Prikkels