Nieuws
februari 14
2022

Terugblik Spelen met erfgoed

Op maandag 7 en woensdag 9 februari vond de CMK workshop Spelen met erfgoed plaats. Op beide dagen inspireerden Theatermaker Simone Gijben en Jeroen van Schie en Dorien Wijstma (erfgoedadviseurs bij Landschap Erfgoed Utrecht) leerkrachten over hoe je drama en erfgoed aan elkaar kan verbinden.

Wat is dit onderzoeken en de vragen die je kunt stellen rondom een voorwerp leuk. Ik zie mezelf dit morgen zo doen in de klas!

Verhalen en betekenis geven

De middag begint meteen met een actieve werkvorm. Aan de hand van een persoonlijk voorwerp dat leerkrachten bij zich hebben stelt iedereen zichzelf voor. Daarbij maken ze een passende beweging bij hun voorwerp. Erfgoed gaat immers over verhalen en betekenis geven. En ieder mens heeft persoonlijk erfgoed: voorwerpen die voor jou van waarde zijn. Drama gaat natuurlijk over uitbeelden.

Helga (Jan Bunnikschool) en Tinka (De Kring) op onderzoek met een erfgoedvoorwerp

Erfgoedvoorwerpen

Vervolgens gaan we aan de slag met erfgoedvoorwerpen. In groepjes onderzoeken de leerkrachten als een soort archeologen het voorwerp: Waar is het van gemaakt? Waar bestaat het uit? Kan er iets open? Bewegen? Maakt het geluid? Welke kleuren heeft het? Wat valt mij op? Waar ben ik nieuwsgierig naar? En ze bedenken wat het allemaal zou kunnen zijn. Een of twee ideeën die het meest voor de hand liggen of grappig of inventief worden gepresenteerd door hardop uit te leggen hoe ze tot hun idee zijn gekomen.

Daarna wordt de koppeling naar drama gemaakt. Ze bedenken een korte scene met een begin, midden en eind waarin het voorwerp een rol speelt. Duidelijk voor de kijker moet zijn: Wie je bent, Waar jullie zijn en Wat is de (functie) van het voorwerp? Door het lichaam en de verbeelding in het spel zorg je ervoor dat hoofd, hart en handen worden ingezet.

Verwoorden wat je ziet

In de volgende opdracht maken de leerkrachten een mime rondom verschillende gebouwen. De leerkrachten spelen uit hoe je je kan zien in welk gebouw ze zijn: wat is de functie, welke kenmerken heeft het gebouw en hoe maak je dat zichtbaar. De kijkers verwoorden wat ze zien (alles is goed) en waardoor zij denken welk gebouw het is. Door (historische) gebouwen uit de eigen omgeving van de kinderen te kiezen worden ze nieuwsgierig gemaakt om beter te kijken.

Erfgoedvoorwerpen zoals een koffiemolen, mal voor sigaren tot schouwlamp om te zien of ei is bevrucht

Uiteraard is er tijdens de middag volop stilgestaan wat erfgoed allemaal kan zijn. En hoe zowel erfgoed als drama voor een rijke leeromgeving zorgen!