EXTRA Verdiepingsprogramma
Deze gastles is ontwikkeld en wordt verzorgd door een docent van KunstenHuis Idea
-
Lesinhoud
Kinderboekenschrijvers en dichters zijn meesters in het spelen met taal. Ze gebruiken klanken, ritme, dynamiek om een grappig, verrassend of zelfs triest verhaal mee te vertellen. Taal kan namelijk klinken als muziek in je oren en maakt je aan het lachen. Alleen de notenbalk ontbreekt…
Hoewel de meeste klankgedichten nauwelijks inhoudelijke betekenis hebben, kunnen ze wel een bepaalde stemming uitdrukken. Waarover het gedicht gaat is minder belangrijk dan de klank en ritme van het gedicht. De dichter speelt namelijk met klanken en maakt muziek met taal. De gastdocent onderzoekt met de kinderen of het moeilijk of juist makkelijk is om zo’n gedicht te schrijven. Ze bootsen klanken na en leren wat onomatopeeën zijn, ze bedenken samen gekke, niet bestaande woorden en lezen een gedicht boos, verdrietig of juist heel enthousiast voor en bespreken hoe dat voelt om te doen. Tenslotte maken ze zelf een eigen klankgedicht bestaande uit onomatopeeën en zelfbedachte woorden.
-
Lesdoelen
- De leerlingen leren dat taal kan klinken als muziek
- De leerlingen leren dat taal, net zoals muziek, bestaat uit klank, ritme en dynamiek
- De leerlingen gebruiken stem, lijf en hun expressie in het samen voordragen van een zelfgeschreven klankgedicht
-
Docent
Deze les wordt verzorgd door Arnout Brokking
Arnout (1983) is schrijver. Hij schrijft fictie, korte stukken, films en games. Hij is immersief verhalenverteller, docent en feminist.
Arnout gelooft in de kracht van verhalen. Ze zorgen voor verwondering en inspiratie, kunnen je bang maken en vreugde brengen, ze kunnen je dingen leren, of juist ideeën bevragen. Verhalen vormen onze wereld, en onszelf.
Arnout woont in Nederland met zijn liefdes Camilla en Olga, en hun drie kinderen.
-
Benodigdheden
- digibord of beamer en laptop met internetverbinding
- voldoende papier, scharen, lijm en viltstiften