Klederdracht in Bunschoten-Spakenburg

Jij in klederdracht?

30 minuten

  • Lesdoelen
    • De leerlingen verwerken en onthouden de belangrijkste zaken die in het museum aan de orde zijn geweest
    • Ze denken na over de betekenis en voor- en nadelen van klederdracht
  • Benodigdheden

    Materialen om een zelfportret in klederdracht te maken: papier, tekenspullen, evt. stofjes

Terugblik op het museumbezoek

  • Wat heb je allemaal gezien?
  • Wat heb je geleerd over de klederdracht in Bunschoten-Spakenburg?
  • Welke nieuwe woorden heb je gehoord?

Klederdracht als erfgoed

Klederdracht is iets van vroeger dat veel mensen willen bewaren voor later.

Bespreek de uitspraken van vrouwen over het dragen van klederdracht hieronder.

  • Begrijp je waarom iemand dit zegt?
  • Wat vind je zelf?

Ik draag nog klederdracht

  • “Ik vind het mooi. Ik hou ervan en het hoort bij Spakenburg. Dat moeten we bewaren.”
  • “Mijn oma droeg ook graag klederdracht. Ik draag het als aandenken aan haar.”
  • “Het is fijn om niet te hoeven kiezen wat je aan doet. De mode verandert niet zo snel en ik hoef minder nieuwe kleren te kopen.”
  • “Ik draag alleen op speciale momenten klederdracht.”

Ik draag geen klederdracht meer

  • “Ik vind het niet meer bij deze tijd horen. Klederdracht is iets van vroeger.”
  • “Ik wil graag elke dag zelf kunnen kiezen welke kleren ik aan doe.”
  • “Ik vind het in de zomer veel te warm om die klederdracht te dragen!”
  • En jij? Zou je zelf klederdracht aan willen? Nu of later of bij een bepaalde gelegenheid?
  • Vind je het belangrijk dat de klederdracht in Bunschoten-Spakenburg blijft bestaan? Waarom? Hoe?

Extra opdracht: Hoe zie jij eruit in klederdracht?

Hoe zou jij eruit zien in klederdracht?
Maak een portret van jezelf in kleding met zich herhalende patronen.

  • Gebruik bijvoorbeeld echte stofjes, verf en kleurpotloden.
  • Welke patronen wil je op jouw klederdracht? En welke kleuren?