Klederdracht in Bunschoten-Spakenburg

Klederdracht

30 minuten

  • Lesdoelen
    • De leerlingen weten wat klederdracht is
    • Ze weten wat een museum is

Klederdracht

Soms kun je aan kleding zien waar iemand vandaan komt.
Kleding die hoort bij een bepaalde streek noemen we klederdracht of streekdracht. Mensen in die streek dragen dan vaak dezelfde soort kleding. Die kleding wordt nergens anders gedragen.

 

Bunschoten-Spakenburg

Bunschoten-Spakenburg heeft een eigen klederdracht. Vroeger droeg iedereen hier deze kleding. Nu zijn er niet zoveel mensen meer die er nog zo uitzien. Klederdracht wordt nu vooral nog gedragen door vrouwen of op speciale momenten.
Klederdracht was vroeger dus heel gewoon, maar is nu juist bijzonder!

  • Bekijk de foto's hieronder. Op de foto's zien we vrouwen, mannen en kinderen in klederdracht uit Bunschoten-Spakenburg.

Klederdracht woorden

Bij klederdracht horen ook speciale woorden. Misschien heb je ze wel eens gehoord?

Beweeg met de muis over de stip om te lezen hoe het kledingstuk heet.

 

  • Wat draagt deze vrouw?

    De vrouw op deze foto draagt een kraplap (brede, uitstekende doek over de schouders) en een ondermuts (een gehaakte muts).

  • Wat draagt dit kind? Kun je zien of het een jongetje of een meisje is?

    Jongens en meisjes droegen dezelfde kleding: een jurk met een geruite sjulk (een schort) er overheen.

    Om te zien of iemand een jongen of een meisje was kon je naar de muts kijken. Meisjes droegen een pluummuts: een muts met een dikke rand wol. Jongens droegen een ander soort muts, de klapmuts.

  • Wat draagt deze man?

    Het hemd dat de man draagt noemen we een boezeroen.

  • Dragen mannen, vrouwen en kinderen dezelfde kleding? Hoe verschilt het?

Hoe komt het dat Bunschoten-Spakenburg een eigen klederdracht heeft?

De mensen die hier vroeger woonden hadden niet zoveel contacten met mensen in andere dorpen en steden.
Je kon niet zo makkelijk reizen: er waren nog geen goede verharde wegen en geen auto’s, treinen of vliegtuigen.
Daardoor wist je ook niet hoe mensen er in andere plaatsen uitzagen.
Zo kon er hier een eigen ‘mode’ ontstaan.

  • Ken jij iemand die de Spakenburgse klederdracht draagt?

    Misschien een opa, oma, buurvrouw, buurman….?
    Misschien elke dag of alleen op bijzondere momenten?

Stoffen

Bekijk de foto van deze stoffen en verzamel met elkaar zoveel mogelijk antwoorden op de vragen.

  • Welke kleuren zie je allemaal?

    Vertel of wijs aan waar je de kleur ziet!

  • Welke patronen/figuren zie je?

    Vertel of wijs aan waar je het patroon/de figuur ziet!

  • Hoe komen die kleuren en figuren op de stof, denk je?

    Gebruik je fantasie!
    Welke manieren kun je allemaal bedenken?

Oud en bijzonder 

Sommige stoffen zijn al heel oud.
Die noemen we ‘sits’.
Ze zijn lang geleden gekocht in een ver land, zoals India.
Ze zijn met de hand bedrukt en beschilderd met kleurige patronen of bloemen.

Dat zijn hele mooie en dure stoffen.
Daar zijn de mensen heel zuinig op.
Als er iets kapot is, wordt dat gerepareerd.
Zo kunnen de stoffen heel lang meegaan.
Sommige stoffen die nu nog gedragen worden, zijn daarom al heel oud.
Deze stoffen worden vaak gebruikt voor de kraplappen.

Hoe mooier, ouder en bijzonderder je kraplap, hoe meer aanzien je had!

Voorbereiding museumbezoek

De volgende les gaan we naar Museum Spakenburg! Daar gaan jullie opdrachten doen en zelf stof bedrukken met patronen.

  • Wat is een museum? (Klap open om het antwoord te zien)

    Een museum is een gebouw waar bijzondere voorwerpen worden bewaard.

    Je kunt er naartoe om ze te bekijken.
    We zijn heel zuinig op de dingen in het museum.
    Daarom zijn we daar heel voorzichtig.

  • Wat doe je in een museum wel?

    Rustig lopen, kijken, naar elkaar luisteren.

  • Wat doe je in een museum niet?

    Rennen, eten/drinken, schreeuwen.