Ik denk dat het mijn moeders schuld is. Dat ik schrijf, bedoel ik. Het begon met lezen. Mijn moeder hield veel van lezen. We gingen elke week naar de bieb. Toen ze me op een keer even níét wilde voorlezen omdat haar eigen boek zo spannend was, leerde ik het zelf maar. Vanaf dat moment had ik bijna altijd een boek in mijn handen. Ik kon lezend eten. Lezend lopen. En lezend fietsen, maar dat laatste mocht om de een of andere reden niet.
Een van mijn lievelingsprentenboekenauteurs, Oliver Jeffers, schreef en tekende het boek De ongeloofelijk bijzondere boekeneter. Het gaat over een jongetje dat zó van boeken houdt, dat alleen lezen niet meer genoeg is. Hij verslindt ze. Hij eet ze op! Bladzijde voor bladzijde. Toen ik het las, dacht ik dat het over mij ging. Maar ik heet Maranke en geen Harry. Heb jij weleens een hapje genomen van een boek?
Schrijven
Op de Montessorischool ging ik zelf schrijven. Verhalen, toneelstukjes en gedichten, schriften vol. Ik voelde me een echte Annie M.G. Schmidt. Maar ik speelde ook graag viool. En dat muziekmaken ging best goed. Daarom mocht ik op mijn twaalfde naar een speciale middelbare school voor muziek en dans. Dat was erg leuk, maar ik vergat er een beetje dat ik eigenlijk schrijver was.
Op mijn zestiende wist ik dat ik geen violist wilde worden. Wat ik wél wilde worden, wist ik niet meer. Ik probeerde van alles uit: schoenenverkoper, conciërge, socioloog, hulpverlener, schoonmaker, juf en trainer. Alles bij elkaar werkte ik zo’n tien jaar in het onderwijs. Dat was vaak best fijn. Maar ik voelde me nooit helemaal op mijn plek. Op een middag wist ik het weer: ik ben schrijver! Ik wil verhalen schrijven en mooie boeken maken!
Voor mijn speelprentenboek Tangramkat won ik een Zilveren Griffel. De illustrator (ook mijn man) Martijn van der Linden won zelfs een Gouden Penseel. Je kunt je voorstellen dat we goed feest hebben gevierd!
www.marankerinck.nl
www.speelprentenboeken.nl