De Woordenspeeltuin met Janna

Schrijver in de klas

60 minuten

  • Lesdoelen
    • De leerlingen maken kennis met een echte schrijfster en haar creatieve proces.
    • De leerlingen ontdekken dat schrijvers net zo met letters, woorden en verhalen spelen als zijzelf.

Voorbereiden

Luister het eerste stuk van het verhaal Onweer van Janna de Lathouder.

Let op: vertel het niet af! Janna vertelt het einde bij haar bezoek aan de klas.

  • Vragen ter voorbereiding van het bezoek
    • Wat voor ontdekkingen hebben de leerlingen gedaan over letters, woorden, zinnen?
    • Welke ervan willen ze met de schrijver delen?
    • Bespreek met elkaar wat ze hierover van/aan de schrijver willen (laten) weten.
    • Kies een aantal dingen uit om te laten zien: wat is er gemaakt bij de verschillende opdrachten?
  • Wat willen jullie van de schrijfster weten?
    • Over haar boeken?
    • Over de ideeën voor de boeken?
    • Over het spelen met woorden, letters, zinnen?
    • Wat voor ontdekking herkent de schrijver?
    • Hoe gaat de schrijver om met woorden, letters, zinnen?
    • Heeft de schrijver een lievelingsletter, woord, zin?

Op bezoek

Er komt een kinderboekenschrijfster in de klas:

Janna de Lathouder

Jullie hebben een deel van het verhaal uit haar boek Meer verhalen over Alles al van tevoren kunnen luisteren, en tijdens haar bezoek vertelt ze het verhaal af!

Daarnaast neemt ze jullie mee in haar eigen verzin- en schrijfproces. Ze zal ook actief met jullie aan de slag gaan.

Hier lees je meer over Janna de Lathouder.
Janna over Janna

Na het bezoek

  • Gesprekje en woorden versieren

    1. Gesprekje

    • Heb je het lievelingswoord of de lievelingsletter van de schrijver ontdekt?
    • Wat is het interessantste wat je nu weet over de schrijver wat je eerst niet wist?
    • Waar heb je door het bezoek van de schrijver de meeste zin in gekregen?

     

    2. Woorden versieren

    • Elk kind noemt een woord dat hij vindt passen bij het bezoek van de schrijver.
    • Schrijf alle woorden op het bord. Bespreek ze kort.
    • Iedereen versiert zijn eigen woord en schrijft of plakt dit op een groot vel papier.
    • Hang het versierdewoordenaffiche op.

    Tip: maak een foto van het versierdewoordenaffiche en stuur deze naar de schrijver.