De klank van Anansi

Gastles: Geluid opnemen

90-120 minuten

  • Lesdoelen
    • Leerlingen maken in groepjes een eigen geluidsband (stemacteren en geluidseffecten) bij een een fragment uit Anansi en de gulzige tijger
    • De leerlingen reflecteren op de gemaakte geluidsband

    Schrijf de lesdoelen eventueel op het bord voor de leerlingen.

  • Extra informatie voor de leerkracht

    Een filmdocent begeleidt een groepjes leerlingen bij het opnemen van een geluidsband. De les start gezamenlijk in het klaslokaal en er is een gezamenlijke afsluiting. De geluidsopnames worden in een speellokaal gemaakt. De gastdocent neemt zelf opnameapparatuur mee.

    Wat doet de leerkracht?

    • De leerkracht heeft de klas in vier groepjes van 4 tot max 6 leerlingen verdeeld
    • De gastdocent haalt één voor één een groepje uit de klas voor de opnames. De groepjes die niet mee zijn met de gastdocent blijven bij de leerkracht. Zij kunnen zelf een mini animatie (thaumatroop) maken. De materialen hiervoor neemt de gastdocent mee.
    • De leerkracht legt de opdracht van de mini animatie (thaumatroop) zelf uit. De gebruiksaanwijzing staat verderop deze pagina. Alle leerlingen krijgen van de gastdocent een werkblad om zelf mee aan de slag te gaan.

    Wat doet de gastdocent?

    De gastdocent is minimaal 45 tot 60 minuten van tevoren aanwezig om de geluidsstudio op te bouwen. Het opbouwen gebeurt in overleg met de leerkracht in het speellokaal, de gymzaal of in een andere ruimte buiten het klaslokaal.

    • De gastdocent introduceert wat de leerlingen vandaag gaan doen
    • De gastdocent begeleidt achtereenvolgens de groepjes bij het maken van de geluidsband
    • Aan het einde van de les laat de gastdocent de gemaakte filmfragmenten zien en worden de leerlingen begeleid in het reflecteren hierop.
  • Benodigdheden
    • Aparte ruimte met stroompunten voor de geluidsopnames
    • Videofragment Anansi op digibord
    • Kleurpotloden en/of stiften
    • Scharen
    • Lijm

    De gastdocent neemt de materialen voor de thaumatroop mee: werkbladen en houten stokjes.

Hoe werkt animatie?

In een animatieserie komen tekeningen tot leven. Hoe kan dat?

Voor elke verandering of beweging die je ziet in de animatie wordt een nieuwe tekening gemaakt. Door al die tekeningen achter elkaar te zetten lijkt het net of de tekening beweegt. Kijk maar naar deze plaatjes: dit zijn allemaal aparte tekeningen gemaakt door de filmmaker. Door ze achter elkaar te plaatsen lijkt het net of de tekening beweegt!

Eigenlijk is dit een simpele manier om zelf een mini animatiefilmpje te maken.

Je hebt in een animatiefilm helemaal niet door dat het verschillende tekeningen zijn, dat komt omdat het heel snel gaat. Er zitten er wel 24 tekeningen in 1 seconde.

Maak je eigen mini-animatie

Je hebt niet altijd zoveel tekeningen nodig om een animatie te maken. Dat gaan we zelf uittesten door een Anansi Thaumatroop te maken.

Thaumatroop is een ingewikkelde naam voor een heel simpel ding. Het betekent ‘draaiend wonder’ en het was eigenlijk de allereerste versie van animatiefilm.

Aan het begin van de 19e eeuw hadden veel kinderen een thaumatroop als speelgoed. Een soort mini-animatie om in je broekzak mee te nemen!

Op een thaumatroop staan twee plaatjes. Als je de thaumatroop snel ronddraait zie je beide plaatjes heel snel achter elkaar, denkt je hoofd dat het één geheel is.

Stap voor stap

  1. Kleur de twee ronde plaatjes op van Anansi en de tijger op het werkblad in met kleurpotlood. Let op: geef de achtergrond in allebei de cirkels dezelfde kleur.
  2. Knip de twee cirkels uit.
  3. Plak de cirkels met de achterkanten tegen elkaar, met een houten stokje ertussen.

4. Draai het stokje tussen je handen snel heen én weer en kijk naar de plaatjes. Nu lijkt het net alsof Anansi op de tijger zit!