Buitenplaatsen

Wat is een buitenplaats?

45-75 minuten

  • Lesdoelen
    • De leerlingen leren waarom er zoveel buitenplaatsen zijn gebouwd en wat hun functie was.
    • Leerlingen kennen het verschil tussen een Franse en een Engelse tuin.
    • Leerlingen oefenen in het kijken en analyseren van sporen uit het verleden.
  • Voorbereiding voor de leerkracht
    • Potloden en A4 papier.

Bouwen of behouden?

In Nederland komen er steeds meer mensen bij die allemaal een huis nodig hebben. Stel je voor dat de gemeente Baarn op zoek is naar bouwgrond voor nieuwe huizen en haar oog laat vallen op Kasteel Groeneveld? Op dat terrein zouden veel nieuwe huizen passen. Iedereen blij!

Maar zo gemakkelijk is het niet. Er zijn namelijk ook mensen in Baarn die erg genieten van deze plek. Zij zullen de gemeente Baarn ervan proberen te overtuigen hier géén huizen te bouwen.

Wat vinden jullie? Zou deze plek behouden moeten blijven of juist niet?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden zullen we eerst op onderzoek moeten uitgaan, om antwoorden te vinden op vragen zoals: ‘Wat is een Buitenplaats?’, ‘Waarom zijn die gebouwd?’, ‘Wie woonden daar?’, enz.

Bekijk de vertelplaat

  • Bespreek samen
    • Wat zie je? Wat valt je op?
    • Wat gebeurt hier?
    • Waaraan zie je dat?
    • Wat valt er nog meer te ontdekken?
  • Vraaginstructies voor de leerkracht

    Bekijk samen met de leerlingen de vertelplaat van Johan Herman Isings. Wat valt er te ontdekken? Noteer eventueel de antwoorden in een mindmap.

    Gebruik de vragen om het gesprek te voeren. Jij begeleidt het gesprek door samen te vatten wat er gezegd wordt. Je wijst aan waar de leerling het in de vertelplaat over heeft en je zorgt dat veel leerlingen aan bod komen. Er is geen goed en fout. Wissel samen ideeën en interpretaties uit. 

    • Wat zie je? Wat valt je op? De leerlingen vertellen wat ze zien.
    • Wat gebeurt hier? Deze vraag stimuleert de leerlingen om niet alleen te beschrijven, maar ook naar een betekenis te zoeken.
    • Waaraan zie je dat? Door daarna deze vraag te stellen daag je de leerlingen uit te onderbouwen wat ze zeggen.
    • Wat valt er nog meer te ontdekken? Deze vraag stimuleert leerlingen om nauwkeuriger te observeren en verschillende oplossingen te zien.

Bekijk de video

In onderstaande video kom je meer te weten over buitenhuizen en hun bewoners.

Bespreek na afloop met elkaar wat je is opgevallen.

Klokhuis-buitenhuizen
bekijk
  • Gouden eeuw?

    In de aflevering van Klokhuis wordt de 17e eeuw de Gouden eeuw genoemd. Vroeger noemde iedereen die eeuw zo, maar tegenwoordig zijn er mensen die deze term liever niet gebruiken.

    Waarom niet? Omdat in die tijd, ondanks de rijkdom, de meeste mensen arm waren, er in mensen werd gehandeld en omdat er bijna altijd oorlog was. Hoezo Gouden eeuw?

    Wat vinden jullie? Wanneer kan je spreken over een Gouden tijd? Leven wij nu in een Gouden tijd?

Doe effe normaal!

Niet iedereen was rijk genoeg om een buitenplaats te kunnen bezitten. Net als nu hadden toen weinig mensen een tweede huis.

Hieronder zie je een afbeelding van een gewoon huishouden in de 17e eeuw. Zoek minimaal 3 verschillen tussen dit huishouden en het huishouden van de vertelplaat hierboven.

In welk huishouden zou jij het liefste opgroeien?

Huishouden 17e eeuw-Buitenplaatsen
  • Wist je dat...

    Ook in de 19e en begin van de 20ste eeuw waren de huizen van de meeste mensen nog erg slecht. Over huizen van Drentse landbouwmedewerkers uit die tijd werd geschreven dat het ‘vaak niet van varkensstallen was te onderscheiden’.

    Hieronder zie je een foto van het huisje van de familie van der Sluis uit Groningen. Zij woonden hierin met de hele familie (vader, moeder en zes kinderen).

  • EXTRA! Schrijfopdracht
    1. Kies een figuur uit die je op bovenstaande afbeelding kan zien en probeer je in zijn of haar leven in te leven. Hoe oud ben je? Hoe ziet je leven eruit? Wat vind je daarvan? Etc.
    2. Stel je voor dat iemand die een buitenplaats bezit bij jou op bezoek komt. Hij of zij vraagt je om iets over jezelf en je leven te vertellen.
    3. Schrijf in maximaal 10 zinnen op wat je zou vertellen. Gebruik eventueel onderstaande zinnen.
    • Ik ben…
    • Dit is mijn huis. Het is…
    • Als ik ’s ochtends wakker word…
    • Ik vind…

De tuinen van de buitenplaats

Buitenplaatsen hadden vaak enorme tuinen. De tuinen werden enerzijds aangelegd als nutstuin (om voedsel te verbouwen), maar een groot deel van de tuin was vooral om mee te pronken, een siertuin.

Ze waren volgens de laatste mode aangelegd en bevatten bijzondere elementen als beelden, kleine gebouwtjes, bruggetjes en knap geknipte hagen. Veel tuinen hadden een oranjerie. Hier konden dure en exotische bomen en planten uit verre landen in de winter binnen gezet worden.

Vergelijk de afbeeldingen. Linksboven is van een zogenaamde Franse tuin. Rechts zie je een Engelse tuin. Welke verschillen zie je?

  • Achtergrondinformatie voor de leerkracht

    Onder Franse tuinen verstaan we tuinen die geometrisch aangelegd zijn. Een voorbeeld hiervan is de tuin bij het paleis het Loo. Alles ziet er ‘wiskundig’ en beredeneerd uit. De bloemen zijn mooi op rijtjes geplant, de struiken in vormen gesnoeid, de paadjes en vijvers lijken aangelegd met passer en liniaal.

    Een Engelse tuin lijkt eerder op een natuurpark. Je hebt er de indruk dat er geen rechte lijnen zijn en dat alles willekeurig is. Hier vind je geen ronde of rechthoekige vijvers, maar vijvers met onregelmatige oevers. De paadjes slingeren zich tussen de grasperken en bomen en struiken. Een voorbeeld van zo’n tuin is het Vondelpark in Amsterdam.

  • En de gewone mensen?

    Gewone mensen hadden natuurlijk niet zo’n tuin. Het stukje grond om hun huizen heen had vooral een nuttige functie. Er stond een WC-hokje of een kippenhok. Als er ruimte voor was, hield men een moestuin waar groente werd verbouwd.

  • Extra! Symmetrie

    Je kan ook zeggen dat een Franse tuin symmetrisch is. En een Engelse tuin bewust niet.

    • Weet iemand wat dat betekent, symmetrisch?
    • Wat is er in de klas nog meer symmetrisch?

Extra! Maak van jouw huis een buitenplaats

Nu ben jij aan de beurt. Pak een wit A4-papier en een potlood. Teken de buitengrenzen van jouw balkon of tuin.

Stel je eens voor dat jij een beroemde tuinarchitect bent en dat je jouw balkon of tuin een Franse of juist Engelse tuin wilt omtoveren. Hoe zou die tuin er dan uit komen te zien?

Maak een tuin of balkon-ontwerp en vergelijk die met die van je klasgenoten.