Belle en het beest

Na de voorstelling

  • Lesdoelen
    • De leerlingen reflecteren op wat ze hebben gezien in de voorstelling
    • De leerlingen maken een connectie tussen hun eigen belevingswereld en de thematiek van Belle en het Beest

Nabespreken

Jullie hebben de voorstelling Belle en het Beest gezien!

Praat met elkaar na met behulp van onderstaande vragen.

Luister goed naar elkaar, vraag het als je iets niet begrijpt en onthoud: elk antwoord is goed.

  • Voor de leerkracht

    Neem na het bezoek aan de voorstelling de tijd om de voorstelling na te bespreken. De nabespreking kan ervoor zorgen dat er een blijvende herinnering ontstaat. Doe dit bij voorkeur klassikaal, zodat de leerlingen van elkaars ervaringen kunnen leren.
    Je kunt dit doen met behulp van de onderstaande voorbeeldvragen. Vraag vooral door.

  • Wat heb je thuis verteld over de voorstelling?
  • Wat vond je het meest indrukwekkend?
  • Wat was anders dan je vooraf verwachtte?
  • Wat is je in het gebouw opgevallen?
  • Wie kan het verhaal navertellen in zijn eigen woorden?
  • Welk personage vond je het leukste? Waarom? En wie vond je juist niet leuk?
  • Zouden de acteurs in het echt ook zo leuk of stom zijn? Hoe lukt het ze om in de voorstelling zo over te komen?
  • Welke muziekinstrumenten heb je herkend?
  • Heb je je lievelingsinstrument gehoord? Klonk het in het echt ook zo als je verwachtte?
  • Waar was de dirigent?
    • Het bijzondere van het balletorkest is, is dat zij zonder dirigent spelen.
  • Op welk moment in het verhaal klonk de muziek spannend en wanneer vrolijk of verdrietig?
  • Wat kun je vertellen over het licht tijdens de voorstelling? Wanneer veranderde dat, wat zag je toen?
  • Wie zou ervoor zorgen dat het licht steeds verandert?

Verdere verwerkingsmogelijkheden

Hieronder vind je drie mogelijkheden voor als je graag nog iets wilt doen met (de thematiek van) de voorstelling.

  • 1. Tekenen

    De leerlingen bedenken eerst wat hun favoriete scène of muziekinstrument is en maken daar vervolgens een tekening van.

  • 2. Schrijven/verzinnen

    De leerlingen schrijven een informatieve tekst over het bezoek aan de voorstelling of beschrijven in hun eigen woorden het verhaal. Een creatieve vervolgopdracht zou kunnen zijn dat de leerlingen een tekst schrijven met als titel:

    • Belle en het Beest, 10 jaar later
    • Belle en het Beest in de grote stad
    • Op avontuur met Belle en het Beest.

    Een stripverhaal kan ook.

  • 3. Spelen

    De favoriete scènes van verschillende kinderen worden in tableau vivants uitgebeeld terwijl een verteller het verhaal in zijn eigen woorden verteld/voorleest.