Het vuil, de stad en de dood
Vroeger leidde vuil in de stad tot ziektes en soms zelfs tot de dood. Tot de Eerste Wereldoorlog leefden veel stadsbewoners nog in hun eigen vuil. Rivieren en grachten waren open riolen, maar er werd ook drinkwater uit gehaald! Mestvaalten midden in de stad waren niet ongewoon. De beer uit de eigen put was prima voor de moestuin.
Controle
Door de angst voor epidemieën (cholera, tyfus, Spaanse griep) is de Nederlander uiteindelijk hygiënischer geworden. De overheid heeft de organisatie en controle van afvalverwerking op zich genomen.
In derdewereldlanden vormt vuil in de straten overigens nog wel steeds een probleem.
De ratel
Als het afval rond de feestdagen vroeger op een ongewone dag werd opgehaald, verscheen de ratelman: een vuilnisman met een grote houten ratel aan een lange steel. Hij stond dan op de stoep de ratel te draaien. Die ratel maakte een enorme herrie en was overal te horen, zodat je nog gauw de vuilnisbak naar de straat kon brengen.
Verandering
Een belangrijk punt is de verandering van het afval. Vroeger rook het wel vies, maar toen was het afval vooral organisch: na verloop van tijd verteerde het helemaal. Intussen is daar chemisch, industrieel en radioactief afval bij gekomen; dat verdwijnt veel minder snel, of misschien wel helemaal nooit. Met het gescheiden ophalen van vuilnis probeert de overheid verschillende soorten afval weer te hergebruiken (denk aan plastic en gft-afval). Gevaarlijk afval wordt op speciale plekken bewaard of vernietigd.
De gang van het vuil
Vroeger werd het vuil thuis opgehaald in zelfgemaakte houten bakken, later gevolgd door de zinken afvalemmer, plastic emmer, plastic zakken en de kliko. De manier van ophalen heeft in de loop van de tijd ook een ontwikkeling doorgemaakt.
Vervoer
Paard en wagen werden met de industrialisatie vervangen door automobielen. Die konden het werk nu eenmaal sneller en goedkoper doen. Het materieel van de reinigingsdiensten werd dan ook uitgebreid met vrachtauto’s en driewielige veegwagentjes.
De vrachtauto’s werden steeds geavanceerder en er kwamen speciale voertuigen voor de vuilnisophaaldienst. De beladers konden het vuil los achter in de bak gooien. De invoering van de kliko was een nieuwe verbetering; de wagens werden voorzien van een installatie om de vaten op te tillen en in de bak leeg te schudden. Hierdoor werd het werk van de beladers een stuk minder zwaar en veel hygiënischer.
In de bak wordt het afval samengeperst. Zo kan er veel vuilnis in.