Wilhelm en Willie

Evaluatie en verdieping

30 minuten

Evaluatie

Jullie bezoek aan Huis Doorn zit erop! Beantwoord klassikaal de volgende vragen.

  • Hoe vonden jullie het om een dag mee te beleven in het leven van Willie en Wilhelm?
  • Wat hebben jullie geleerd over het leven anno 1920? Was dit leven voor iedereen hetzelfde denk je?
  • Wat vonden jullie van Huis Doorn?
  • Zouden jullie zelf in die tijd willen leven? Waarom wel/niet?

Status en gelijkheid

Vroeger waren de verschillen tussen arm en rijk goed te zien, maar is dit nu nog steeds zo? Bestaan er nog steeds klassen en standen? En hoe denken we hier nu over?

Wie is rijk en wie is arm?

Bekijk de oude foto’s hieronder. Kun jij het zien? En waar zie je dat aan (kleding, haar)?

Tot welk gezin zou Willie kunnen behoren? En welke kinderen zouden van Wilhelm kunnen zijn?

Eens of oneens?

Er bestaat nog steeds een verschil tussen arm en rijk.
Je kan altijd meteen aan iemand zien of diegene arm of rijk is.
Iemand met een dure trui is altijd rijk.

Beroepen

Zet de volgende beroepen op volgorde van meest tot minst belangrijk:

Dokter
Kassa-medewerker
Schoonmaker
Advocaat
Politieagent
Bouwvakker
Leerkracht
Burgemeester

  • Hoe ziet jouw lijstje eruit?

    Bespreek eerst in tweetallen en daarna klassikaal.

    • Welk beroep heb jij bovenaan staan? Waarom?
    • Welk beroep heb jij onderaan staan? Waarom?
    • Hoe heb jij je keuze gemaakt?
    • Vond je het moeilijk of makkelijk?
    • Wanneer is een beroep belangrijk volgens jou? Heeft dat te maken met geld, met status of bijvoorbeeld door het feit dat we niet zonder deze mensen kunnen?
    • Was jouw lijstje heel anders dan dat van je buurman of buurvrouw?
    • Als je het lijstje nu nog een keer moest maken, zou je dan dezelfde keuzes maken?

Extra: teken een beroep.

  • Instructie voor de leerkracht

    Kies – zonder dat de leerlingen dit weten – één beroep uit de lijst van opdracht 2 en omschrijf dit beroep zo neutraal mogelijk. Gebruik geen worden als man of vrouw en probeer bij je uitleg te voorkomen dat je mannelijke of vrouwelijke voornaamwoorden gebruikt (hij/zij).

    Geef de leerlingen 15 minuten de tijd om het beroep te tekenen. Als ze klaar zijn, vraag dan of ze de persoon die ze getekend hebben een naam kunnen geven en laat ze hun eigen naam achterop de tekening zetten.

    Verzamel nu alle tekeningen en leg ze naast elkaar. Wat valt er op? Hoe hebben de leerlingen het beroep ‘bestempeld’?

Wist je dat?

Keizer Wilhelm had op Huis Doorn zowel mannen als vrouwen in dienst. De mannen werkten in de tuin of rond het huis en de vrouwen stonden in de keuken of waren dienstmeisje. In die tijd werd er ook bij kinderen die naar school gingen onderscheid gemaakt tussen jongens en meisjes. Meisjes gingen bijvoorbeeld naar de huishoudschool en jongens volgden een opleiding tot timmerman.

Eens of oneens?

Er bestaan (nog steeds) echte mannen- en vrouwenberoepen.
Alle beroepen kunnen door zowel jongens als meisjes uitgevoerd worden.
Je kunt tegenwoordig worden wat je zelf wil.