Van wie is die koffer?

Weckpot met kersenpitten

30 minuten

  • Lesdoelen
    • De leerlingen omschrijven en onderzoeken de weckpot met kersenpitten. Ze ontdekken en vertellen wat het zou kunnen zijn.
    • De kinderen weten dat nu, maar ook vroeger, rond Wijk bij Duurstede veel fruit wordt geteeld, zoals appels, peren en kersen. Spelenderwijs leren ze ook de woorden en gebruiken die erbij horen, zoals de weckpot, het bewaren van groente en fruit en het aanleggen van een wintervoorraad.
  • Benodigdheden

Een nieuw voorwerp

Jullie halen een nieuw voorwerp uit de koffer: het weckpotje met kersenpitten. Geef het aan elkaar door.

Heb je dit wel eens eerder gezien? Wat zou het kunnen zijn?

  • Waarvan is het gemaakt? Wat zijn de materialen?
    Van welke materialen is het gemaakt? Is het zwaar of licht?

    Het potje en de deksel zijn van glas. Een metalen ring houdt ze bij elkaar. Tussen de deksel en het potje zit een elastiek. In het potje zitten harde bolletjes.

  • Maakt het geluid? Is het zwaar of licht van gewicht?

    Je kunt ermee rammelen als je met het potje schudt. Je hoort dan hoe de bolletjes tegen het glas en tegen elkaar komen.

  • Kan het open? Probeer het voorzichtig eens!

Vroeger werd fruit en groente ‘geweckt’ om het langer te kunnen bewaren. Fruit of groente werden ingekookt en in weckpotten bewaard. Zo maakten mensen een voorraad voor de winter. Tegenwoordig zijn de weckpotten niet meer zo nodig als vroeger, want nu heeft iedereen een ijskast en een vriezer in huis.

 

  • Een weckpot is dus eigenlijk een voorraadpot. Welke dieren ken je die ook een voorraad voor de winter maken?
  • Ook in de klas zijn spullen op voorraad. Wat allemaal?
    Toon de kinderen bijvoorbeeld een voorraad lijmpotjes, potloden of een stapel papier, zodat je altijd voldoende hebt om meteen aan de slag te kunnen.
    Waarom staan ze in de kast (bewaren tot de andere op zijn)?

    Waarom heb je wc-rollen/melkpakken/eierdozen op voorraad (om mee te knutselen)?

  • Wat hebben jullie thuis allemaal op voorraad voor als iets op raakt?

    Bijvoorbeeld: lampen, wc-papier, eten, drinken, tandpasta en vast nog veel meer.

Tel je mee?

In de weckpot zitten kersenpitten. Je kunt een spelletje doen met tellen en sorteren van de pitten. Laat de kinderen de pitten verdelen in groepjes van 5 of 10 . Hoeveel groepjes pitten zijn er nu? Of maak rijtjes van tien pitten.

Zeg het volgende versje op. Laat de kinderen meedoen door op het noemen van de getallen het juiste aantal klappen te geven. Lees dan eerst het versje een keer op en leg het spel uit. Dan lees je het nog een keer op en laat een pauze vallen bij een getal. Dus één is een klap, twee is tweeklappen:

Ik zal je leren tellen
doe maar even mee
één appel en één appeltje
dat zijn er samen….. twee

Zo leer je heel goed rekenen
dit is de eerste les
van één naar twee
van twee naar drie
en vier en vijf en zes

Maar vallen al die appeltjes
dan op de grond – pardoes
dan heb je er geen zes
dan heb je appelmoes

 

Handen uit de mouwen

Tijdens de pluktijd moeten de handen uit de mouwen worden gestoken! Er hangt veel fruit in de boom. Dat moet je op tijd plukken, want anders valt het op de grond en is het beurs en beschadigd. Het plukken gaat vaak met de hand. Tijdens de pluktijd zijn dus veel handen nodig!

Laat de kinderen de omtrek van hun hand tekenen en uitknippen en beschilderen. Schrijf de naam van het kind op de hand. Laat elk kind iets bedenken hoe het in de klas of thuis met iets kan helpen (de handen uit de mouwen kan steken).

Maak een slinger van deze ‘’hulphanden”.

  • Waarom zou dit weckpotje met pitten in de koffer zitten? Waarom zou iemand dit willen bewaren?
  • Waarom bewaar je eigenlijk iets? Wat zou jij bewaren voor later?
    Heb je nu een idee van wie de koffer zou kunnen zijn en wat het verhaal erachter zou kunnen zijn?
Heb je nu een idee van wie de koffer zou kunnen zijn en wat het verhaal erachter zou kunnen zijn?

Extra: Muziekinstrumentje maken

De kersen in de weckpot maken een grappig, rammelend geluid. Bijna als een zelf bedacht muziekinstrument. Laat de kinderen zelf een voorwerp knutselen dat geluid maakt.

  • Geluidskokertje: neem een wc-rolletje, sluit een kant af, doe er rijst of popcornpitten in en sluit de andere zijde af.
  • Tamboerijn: neem twee kartonnen bordjes en maak ze aan elkaar. Maak er gaatjes in met perforator. Hang er belletjes aan en versier het lint en de bordjes.