-
Voorbereidingen
- Zorg ervoor dat een aantal voorwerp(en) in het lokaal andersom staan, zodat de kinderen dit direct opmerken zodra ze de klas binnenkomen. Dit voorwerp kan iets karakteristieks zijn in de klas, bijv. een paar stoelen ondersteboven, of een vaas, een tafeltje. Bij het voorwerp ligt het briefje voor de kinderen netjes opgerold met een strikje.
- Zorg ervoor dat de kinderen het liedje al eens hebben gehoord, zodat ze het met de gastdocent kunnen meezingen in het spel. Zing het bij voorkeur zelf en pas het tempo aan je groep aan.
- De gastdocent zal in het speellokaal een decor opbouwen. Zorg voor aantal banken waarop de leerlingen kunnen zitten.
Over de gastles
Introductie – in het klaslokaal
De gastdocent (de oom of tante van Sara) komt in de klas op bezoek om te kijken hoe het in de gemeente van de kinderen is. Met een koffertje met bijzondere voorwerpen wordt Andersom Stad geïntroduceerd. Aan het eind van de introductie worden de kinderen uitgenodigd om mee te gaan naar Andersom Stad (in de speelzaal).
Andersom Stad– in de speelzaal
Bij de ingang van de speelzaal staat een heel klein deurtje, met een piepkleine brievenbus…
Iedereen gaat door het piepkleine deurtje Andersom Stad in. Vervolgens neemt de gastdocent de kinderen via geleide fantasie mee naar de verschillende ‘ruimtes’:
1e ruimte – De Gang (‘voel pad’)
2e ruimte – De Keuken (= andersom dus badkamer)
3e ruimte – De Badkamer (= andersom dus keuken)
4e Ruimte – De Tuin (moment van reflectie)
Vooraf
“Beste kinderen, ik ben al bij jullie op bezoek geweest en alle stoeltjes en tafels staan hier verkeerd. Alles staat Andersom! Ik heb dit vast goed neergelegd, bewaren jullie het goed tot ik er ben? Tot zo!”.