NAT! Erfgoed

Waar(voor) is water?

30-45 minuten

  • Lesdoelen
    • Leerlingen weten op welke manier water door mensen gebruikt wordt.
    • Leerlingen zijn zich bewust van de aanwezigheid van water in hun eigen omgeving.
    • Leerlingen leren verbindingen maken tussen voorwerpen, het gebruik ervan en water.
  • Benodigdheden
    • Alledaagse voorwerpen die iets met water te maken hebben (thuiswerkopdracht vorige les).
    • Potloden en papier
  • Voorbereiding
    • Verzamel de spullen die de kinderen van thuis hebben meegenomen en zet ze bij elkaar op een tafel of in de kring.
    • Als je de leerlingen niets heb laten meenemen (zie vorige les), verzamel zelf een aantal voorwerpen uit de school die iets met water te maken hebben.

Bekijk het filmpje

Professor Spetter onderzoekt al het water dat zij in en rondom haar huis kan ontdekken.

  • Kijkvragen bij het filmpje
    • Op welke plekken vindt de professor water?
    • Waar gebruikt zij al dat water voor?

Waterspullen van thuis

Leg de waterspullen die jullie van huis hebben meegenomen bij elkaar.

  • Praat met elkaar over de spullen die jullie hebben meegenomen.

    Pak telkens één voorwerp.

    • Wat heeft het voorwerp met water te maken?
    • Op welke plek in of bij jullie huis gebruik je dit voorwerp?
    • Welke bewegingen horen bij het voorwerp? Kan iemand het voordoen?
    • Horen er ook geluiden bij?
    • Kan iemand die nadoen?
  • Wat hoort waar?
    • Kunnen jullie de waterspullen die bij elkaar horen bij elkaar leggen.
    • Wat valt jullie op?
    • Waar wordt water het meest voor gebruikt?

De grote WIWB-Quiz

Jullie hebben onderzoek gedaan en weten nu hoe het zit: er is overal water in huis. Maar hoe zit dat eigenlijk verder van huis? Daar gaat de WIWB-Quiz over: de Waar Is Water Buitenshuis-Quiz.

Jullie krijgen 4 plaatjes te zien. Op elk plaatje zie je water. Waarvoor werd het water gebruikt? Er zijn verschillende antwoorden mogelijk.

Jullie kunnen kiezen uit 4 antwoorden, A, B, C en D.

Afbeelding 1

  • Waarvoor wordt dit water gebruikt?

    A. De kinderen zijn aan het spelen in het water.

    B. De kinderen vangen vis met hun handen.

    C. De kinderen wassen zich in het water.

    D. Het is warm, dus de kinderen zwemmen naar school.

  • En het goede antwoord is?...

    A

Afbeelding 2

  • Wie zijn deze mannen en wat hebben zij met water?

    A. Het zijn afwassers en staan te kijken naar een oude afwasmachine.

    B. Het zijn koks en hebben water nodig om te koken.

    C. Het zijn deelnemers van een TV-programma: ‘WK watergevecht’.

    D. Het zijn brandweermannen en controleren de brandblusinstallatie.

  • En het goede antwoord is?...

    B

Afbeelding 3

  • Waarom komt er water uit dit vliegtuig?

    A. Zonder het zware water kan het vliegtuig nog sneller vliegen.

    B. Het is de snelste manier om droog boerenland te besproeien.

    C. Het water wordt gebruikt om bosbranden te blussen.

    D. Een beroemde goochelaar gebruikt het water voor een truc.

     

  • En het goede antwoord is?...

    C

Afbeelding 4

  • Wat gebeurt er hier in het water?

    A. Deze waterbus heeft een glazen bodem. Professoren onderzoeken het leven onder water.

    B. Er drijft bus in de rivier. Dat klopt niet. Er is een ongeluk gebeurd. Wie belt de brandweer?

    C. Het is geen bus, het is een boot, waarmee je naar de overkant kan varen.

    D. Dit vindt buschauffeur Olaf leuk. Hij heeft voor de grap de bus het water ingereden.

  • En het goede antwoord is?...

    C

Waar zijn waterplekken in Vijfheerenlanden?

Bekijk de foto’s en beantwoord de vragen. Als je op het oogje in de foto klikt zie je waar deze waterplek is.

  • Kijkvragen
    • Ken je deze waterplekken?
    • Waar is het?
    • Vertel over deze plek.
    • Wat gebeurt hier met het water?
    • Waarvoor wordt het gebruikt?

Extraatje

Professor Spetter vroeg zich af hoe mensen vroeger aan water kwamen. Dat kun je in dit filmpje zien.

Let op: Het laatste stukje film is wel 100 jaar oud!