In het project Loop rond met de hond bekijken de kinderen de omgeving van de school op een bijzondere manier: als een hond. De ogen van een (kleine) hond zitten vlak boven de grond. Daarom ziet-ie een holletje tussen de struiken, een kikker in het gras, een weggegooide boterham. Bedenk daarbij bovendien dat een hond eigenlijk bijna met zijn neus ‘kijkt’. Een hond ziet de wereld dus écht anders.
In het filmpje ‘Mag ik Rapke uitlaten?’ volgen we Rapke, de hond van de dierenarts. Hij wordt uitgelaten door kinderen in de buurt. Beelden vanuit een hoog standpunt (mens) worden afgewisseld met beelden vanuit een laag standpunt (Rapke). Zo maken de kinderen spelenderwijs kennis met het effect dat verschillende standpunten hebben. (Dit effect wordt in heel veel kinderfilms gebruikt, zoals in Toy Story.)