Johannes de parkiet

Vogels maken

  • Lesdoelen
    • De kinderen maken kennis met vogels en hoe deze beeldend kunnen worden vormgegeven.
    • De kinderen personaliseren de zelfgemaakte vogels worden op deze manier warm gemaakt voor de persoonlijke band tussen mens en vogel die in de voorstelling wordt weergegeven.
  • Benodigdheden

    Voorbereiding (je kunt kiezen uit de teken- of knutselopdracht):

    1. Voor de tekenopdracht:

    • Witte A4-tjes
    • Kleurpotloden, stiften of verf
    • Touw om de vogels mee op te hangen

    2. Voor de knutsel vogel opdracht:

    • Wc-rolletjes
    • gekleurd papier, veertjes of crêpepapier
    • Kleurpotloden, stiften of verf
    • Touw om de vogels mee op te hangen
  • Vragen vooraf
    • Welke vogels kennen jullie allemaal?
    • Welke vogels vliegen in Nederland vrij rond? En welke zitten in een kooitje?
    • Hoe zien die vogels eruit? Hoe groot? Welke kleur?
    • Kennen jullie de vogels hieronder? Klik op het oogje om de naam te zien.

1. Maak je eigen vogel

De kinderen gaan nu hun eigen fantasievogel knutselen.
Dat kan op twee manieren:
1. Door te tekenen.
2. Door te knutselen.

  • 1. Tekenen

    Iedereen krijgt een wit A4-tje en kleurpotloden en gaat een eigen
    fantasievogel tekenen.

    • Is jouw vogel groot of klein?
    • Welke kleuren heeft jouw vogel?
    • Heeft jouw vogel een spitse snavel, een ronde, een lange of een korte?
  • 2. Knutselen

    Iedereen krijgt een wc-rolletje, kleurpotloden of verf, lijm en versiersels
    (zoals veertjes, crêpepapier of gekleurd papier) en gaat van het
    wc-rolletje hun eigen fantasie vogel maken (je mag ook iets anders gebruiken
    dan wc-rolletjes, maar de voorbeelden die wij geven zijn van wc rolletjes, zie
    hieronder).

    • Is jouw vogel groot of klein?
    • Welke kleuren heeft jouw vogel?

2. Presenteer je vogel

Als je klaar bent met tekenen of knutselen gaan we naar de volgende stap:

  • Verzin een naam voor je vogel.
  • Verzin het geluid dat jouw vogel maakt.
  • Verzin waar jouw vogel vandaan komt (een ver land, is het er warm of
    koud)

Tijd om te presenteren!

  1. De eerste vijf kinderen komen voor de klas staan.
  2. Deze kinderen tonen om de beurt hun vogel. Ze vertellen hoe de vogel heet en wat voor geluid hij maakt. (mochten ze meer willen vertellen mag dat natuurlijk ook: of hij snel of langzaam is, wat hij eet)
  3. Als de eerste vijf kinderen geweest zijn, komen de volgende vijf kinderen voor de klas staan. Totdat de hele klas is geweest.

3. De Volière

De vogels moeten nu hun plekje krijgen in de klas.
Maak een touwtje aan de vogels en creëer een volière in de klas door ze op
te hangen:

  • Je kunt een plekje afbakenen in de klas.
  • Je kunt de hele klas de volière laten zijn.

Nu heeft de klas zijn eigen volière met een bonte verzameling van vogels!