-
Lesdoelen
- Na de les zijn de leerlingen in staat om:
- iets te vertellen over de basisprincipes in een verhaal: wie, waar en waarom;
- een verhaal spannend te maken.
- Na de les zijn de leerlingen in staat om:
Het verhaal Een vreemde postbode
Download hier
Wie, waar en waarom?
En zijn een aantal basisvragen die kunnen helpen bij het schrijven van een verhaal.
Schrijf groot op het bord: WIE // WAAR // WAAROM
Wie
- Over wie gaat dit verhaal? Wat kun je over de personages zeggen?
- Hoe heten ze? Gaat het om een jongen of een meisje? Oud of jong, hoe zien ze eruit, hebben ze (een) opvallende eigenschap(pen)?
- Hoe gaan ze met elkaar om?
Waar
- Waar speelt het verhaal zich (vooral) af?
- Hoe weet je dat? (kleuren, geuren, geluiden, buiten/binnen…)
Waarom
- Waarom zijn die personen daar?
- Waarom hebben ze die spullen bij zich?
Opbouw
De opbouw van een verhaal is belangrijk om het spannend te kunnen maken. Hierbij is het belangrijk om te denken in deze drie stappen: begin, midden en eind.
- Meestal begint een verhaal met de introductie van de hoofdpersoon of hoofdpersonen (begin).
- Vervolgens is er een probleem dat opgelost moet worden (midden). (Een probleem kan ook een situatie, een dilemma of een vervelende gebeurtenis zijn.) Waarom is dit probleem er? Kan het opgelost worden?
- Het hoogtepunt van een verhaal ligt vaak vlak voor het moment dat het probleem – al dan niet – opgelost wordt (eind).