De boerderij van de familie Lagerweij is flink beschadigd en bovendien is de omgeving bezaaid met granaten, waardoor de kinderen in het begin niet van het erf af mogen.
De familie Lagerweij komt op eerste Pinksterdag aan in Alkmaar. Daar blijven ze een week bij een gezin in huis, tot de overgave van het Nederlandse leger. Daarna gaat het gezin met een gehuurde bus terug naar de Gelderse Vallei. Hoe dichter ze bij huis komen, hoe meer noodbruggen en kapotte huizen, molens en boerderijen Johan ziet. De boerderij van de familie Lagerweij is flink beschadigd en bovendien is de omgeving bezaaid met granaten, waardoor de kinderen in het begin niet van het erf af mogen.
Vader Gerard levert de achtergelaten geweren in en begint met het herstellen van het boerenbedrijf. Maar een klein deel van het geëvacueerd melkvee keert terug uit Zuid-Holland, waarop Gerard schapen aanschaft. In de hele Gelderse Vallei wordt gewerkt aan het herstellen van de schade. Huizen worden weer bewoonbaar gemaakt en er worden noodwoningen gebouwd, onder andere van het stellinghout uit de loopgraven. Lichamen van gesneuvelde soldaten worden opgegraven en op de Grebbeberg herbegraven.
Het verhaal van Johan Lagerweij is te lezen op UtrechtAltijd. Lees hier het complete verhaal.