-
Lesdoelen
- De leerlingen kunnen op hun eigen niveau filosoferen over de betekenis, functie en schrijfwijze van woorden.
- De leerlingen maken nieuwe zinnen met zelfgevonden woorden.
-
Benodigdheden
- De gevonden woorden, geschreven geprint of geplakt op losse briefjes
- Wit A3-vel per groepje
- Tijdschriften en kranten
- 3 velletjes gekleurd papier per groepje
- Stiften, scharen, lijm
- Gedichten
-
Voorbereiding
-
Bereid voor een verhaaltje voor waarin je vertelt dat er de laatste tijd een woordendief actief is in de gemeente. Ook uit de schoolbibliotheek zijn woorden gestolen, vooral mooie en bijzondere woorden.
-
Leg, indien aanwezig, een paar boeken van Evelien Pullens klaar.
-
De woordendief
Vertel je leerlingen over de woordendief.
De woorden-eter
Er is iemand die woorden eet
Niemand weet hoe dat hij heet
De woorden doet hij in de pan
zodat hij er soep van koken kan
‘STOP’ en ‘STRAAT’ pruttelen door elkaar
en worden langzaam lekker gaar.
Ruik je de geur van de grote ‘P’?
Kook nog maar wat ‘MELK’ mee.
Een snufje ‘UIT’, een beetje ‘SNOEP’.
Nu wordt het wel een goede soep.
Stop straat melk uit snoep en P.
Eet jij met ons een bakje mee?
Liedje
‘Ik’ en ‘jij’ in de pan
op een warm vuurtje.
Nog een heel gek woord erbij.
Dat pruttelt wel een uurtje.