Voorbereidingen
- Prepareer de zandtafel en plaats hem tegen een muur waaraan je werkstukjes kunt ophangen.
- Maak alvast de rand van gras om de tafel heen, zoals op de afbeelding.
Benodigdheden
- Zandtafel, of tafels bedekt met plastic en zand
- Groen papier om te knippen; stevig tekenpapier (minstens 120-grams)
- Groene, gele, witte, bruine verf; kwasten
- Scharen, lijm en kwastjes
- Stokjes of satéprikkers; stroken stevig karton

Een tuin in de klas

Jullie gaan een nieuwe tuin maken in de klas. Niet met echte dieren, maar met de kunstwerkjes die jullie zelf gemaakt hebben: de wormtegeltjes, de pissebeddenhuisjes, de pissebedkrastekeningen (bijvoorbeeld uitknippen en er plat in leggen), de slakstempels en de spiraalprints, en/of de merelnestjes.

Wat kunnen we nog toevoegen om de kale tuin aan te kleden?

Wat kan er bij in de tuin?
- Boomkruin: schilder verschillende tinten groen op een groot stuk gescheurd papier. Scheur andere stukken groengeschilderd papier aan snippers en stroken en plak ze op het grote stuk. Plak de boomkruin op een stokje of een stuk stevig karton. Steek de ‘boompjes’ in de grond. (Alternatief: plak groene stroken aan een stokje en steek dat in de grond.)
- Knip stroken papier puntachtig in, als stroken gras, of struikjes. Plaats ze in het zand.
- Zet een plat bakje met grind en water in de tuin als vijver.
- Verdeel de wormtegels en de pissebeddenhuisjes, en steek groene snippers ertussen in het zand.
- Verdeel een paar proppen groen papier langs de randen; leg er een paar merelnesten in.
- Extra opdracht: de leerlingen maken (jonge) merels voor in de nesten.

Is de tuin af?

Kijk samen eens naar jullie tuin en de dieren.

Wat weet je nu over de regenworm, pissebed, slak en/of merel?

Het laatste deel

Willie Wurm, Piertje en Prut zitten diep onder de grond. Ze graven nieuwe gangen, aan de voet van een eikenboom. Mmm, wat smaakt de grond hier lekker. Even denkt Willie na. Wat was er ook alweer gebeurd? Maar het wil hem niet te binnen schieten. Wormen hebben niet zo’n goed geheugen. Rustig graaft hij verder.

Peter Pissebed zit tussen de stenen en is tevreden. Het is een mooi holletje, lekker koel, en er zijn veel kleine dingetjes en rotte blaadjes, erg lekker.

Jacques Slak zit tussen de groene blaadjes. ‘Dit is een heeeeel eeeeerg smaaaaakelijke tak.’ Hij eet wel langzaam, maar hij eet almaar door. Hij heeft al heel wat frisse groene blaadjes op.

En Makker Merel zit in de boom. Hij kijkt de tuin in. Wat doet die meneer toch? Hij veegt en hij veegt en hij veegt nog steeds.

Vorige les