Vogel het uit!

Vogelvlucht

30-45 minuten

  • Lesdoelen
    • De leerlingen maken een lijst met vogels die ze al kennen.
    • De leerlingen maken kennis met de vogels in hun eigen omgeving, waarbij ze zelf ook vogels gaan spotten.
    • De leerlingen worden zich bewust van welke invloed de omgeving heeft op de vogels die er leven en hoe dit een wisselwerking is.
    • Leerlingen leren met aandacht kijken naar hun eigen natuurlijke en culturele omgeving.
  • Benodigdheden

    Print voor iedere leerling het werkblad met de Vogelbingo.

    Voor het vogelspotten is het leuk/handig als er een of meerdere verrekijkers beschikbaar zijn.

    Ook kun je ter ondersteuning en inspiratie een aantal vogel(hand)boeken neerleggen, zodat de leerlingen kunnen opzoeken welke vogel ze hebben gezien.

    Of gebruik de handige app Mijnvogelvinder.nl van de Vogelbescherming (ook op digibord te bekijken) Of de Vogelbescherming Vogelgids.

    Meer weten over vogels? Bekijk deze pagina van de Vogelbescherming.

Vogellijst

Vogels zijn bijna altijd en overal om ons heen. Maar heb jij wel eens goed opgelet welke vogels er allemaal rondvliegen?

Wereldwijd bestaan er wel 10.000 verschillende vogelsoorten! Natuurlijk zijn deze allemaal verschillend en komen ze ook op verschillende plekken voor.

  • Welke vogels kennen jullie allemaal?

    Verzamel met de klas een lijst van vogelsoorten. Hoeveel vogels kunnen jullie met z’n allen benoemen?

    Weten jullie ook hoe die vogels eruitzien? Zoek ze op via google of in een (online) vogelgids (let op: in deze gids staan alleen in Nederland voorkomende vogels).

  • Weten jullie welke vogels bij jullie in de buurt voorkomen?

    Kunnen jullie uit de lijst die jullie hebben gemaakt ook vogels aanwijzen die bij jullie in de buurt voorkomen? Of welke vogels juist níet in jullie buurt voorkomen?

    Hoe komt dit denk je?

In vogelvlucht

Bekijk onderstaande landkaart. Stel je voor dat jij net als een vogel hoog boven jullie woonplaats zou zweven. Wat zou je dan allemaal opvallen?

TIP: Wil je meer zien of inzoomen? Klik dan hier om Topotijdreis te openen. Typ op deze website rechts bovenin je eigen woonplaats. En schuif de tijdbalk links zo ver mogelijk naar beneden.

Het landschap rondom Lopik
  • Wat valt je op aan het landschap?
    • Zie je veel of weinig bebouwing?
    • Is er veel of weinig groen?
    • Wat voor groen zie je? Gras of bos of weiland of…
    • Hoe zit het met water?
    • Zijn er nog meer (opvallende) dingen die je kunt benoemen?
  • Als jij een vogel in de omgeving van Lopik was...

    …waar zou jij als vogel dan dol op zijn?

    • Op de zee? (ja of nee)
    • Op weilanden? (ja of nee)
    • Op oerwoud? (ja of nee)
    • Op water? (ja of nee)
    • Op kale zandvlaktes? (ja of nee)
    • Op dichte bossen? (ja of nee)
    • Op open polders? (ja of nee)
De zeldzame purperreiger

Weide en water

Zoals jullie bij de vorige opdracht hebben ontdekt, wonen jullie in een gebied met veel groene weides, uiterwaarden, oeverwallen, kilometers lange lintbebouwing, rivieren en een open polderlandschap.

De vogels die hier komen en wonen, houden dus van weides en water. Zoals de grutto, de kievit, de tuureluur of de zeldzame purperreiger.

  • Wat zou er gebeuren als er minder water, gras of weidegrond zou zijn?
  • Hoe zou jij het landschap moeten veranderen als je er andere vogels zou willen laten wonen (zoals bosvogels of stadsvogels)?

Vogelbingo

In de omgeving van Lopik zijn veel bijzondere vogels te spotten. Trek er met de klas of na schooltijd op uit om te kijken of je die bijzondere vogels kunt vinden.

Let op: Het gaat vooral om weide- en watervogels, dus geen tuinvogels!

  • OPDRACHT
    1. Print voor iedere leerling een vogelbingokaart.
    2. Zorg dat je een verrekijker meeneemt zodat je de vogels beter kunt zien.
    3. Gebruik eventueel de online vogelgids als je het niet zeker weet.
    4. Tip: luister goed want soms hoor je de vogels eerder dan dat je ze ziet!
    5. Vogel gespot? Kruis deze dan aan op de bingokaart.
    6. Heb je een vogel gespot die niet op de bingokaart staat? Vul deze dan in op het middelste vlak.
  • Wie heeft de meeste vogels gezien en wie de minste? Hoe komt dat?
  • Staan er ook vogels op de bingokaart die niemand heeft gespot? Hoe komt dat?
  • Is je nog wat anders opgevallen tijdens het vogelspotten? Vertel!
Volgende les