-
Lesdoelen
- De leerlingen denken na over de bijzondere en slimme eigenschappen van vogels.
- De leerlingen leren over biomimicry en de eigenschappen van vogels die wij nabootsen.
- De leerlingen ontdekken dat vogels zich aanpassen aan hun omgeving.
- De leerlingen kiezen 1 biomimicry eigenschap om aan een vogel in hun omgeving te koppelen.
-
Benodigdheden
Tekenmateriaal.
Slimme vogels
In de vorige les hebben jullie geleerd dat vogels overal voorkomen. In de stad, het platteland, het bos…
Overal waar wij mensen zijn, zijn ook vogels. Slimme vogels! Want vogels kunnen veel dingen, die wij ook wel goed zouden willen kunnen…
Leren van vogels
Vogels zijn slimme dieren die veel kunnen. Niet zo gek dus dat wij mensen veel dingen van de vogels hebben afgekeken! Veel uitvindingen die wij hebben gedaan, zijn geïnspireerd door wat vogels allemaal kunnen.
Opdracht: Speel het koppelspel
Speel in tweetallen of klassikaal het koppelspel. Lukt het jullie om de juiste vogelkenmerken aan de juiste uitvinding te koppelen?
‘Weetje: De natuur als voorbeeld gebruiken voor menselijke uitvindingen noemen we ook wel biomimicry (=nadoen uit de natuur)…’
Leren van mensen?
Wij mensen leren veel van vogels. Maar…vogels leren ook veel van mensen!
In de vorige les leerden jullie al dat vogels zich aanpassen aan hun omgeving. Watervogels wonen bij het water, weidevogels in de weide.
Maar wat als de omgeving verandert? En vogels zich daaraan aanpassen? Is dit dan altijd slim en goed of…
Wat vind jij?
Laat de juf of meester onderstaande voorbeelden oplezen van vogels die zich aanpassen aan de omgeving van mensen.
- Vind je dat deze aanpassing goed/slim is? Ga dan staan.
- Vind je dat deze aanpassing niet goed/slim is? Blijf dan zitten.
Kun je ook uitleggen waarom je iets vindt?
Extra: Uitvinding voor vogels
Mensen dromen vaak dat ze zouden kunnen vliegen.
Dromen vogels ook wel eens dat ze armen en handen hebben?
Benieuwd naar nog meer weetjes over vogels? In de volgende les bezoeken jullie Museum de Wielewaal!
