-
Lesdoelen
- De leerlingen maken kennis met de thematiek van de voorstelling
- De leerlingen denken na over uitvindingen en wanneer deze zijn gedaan
-
In het kort
Het voorbereidende lesmateriaal bij de voorstelling bestaat uit 5 korte delen:
- Wie is Anton Fokker? (klassikaal lezen; 5 minuten)
- De tweede Industriële Revolutie (klassikale quiz; 10 minuten)
- School rond 1900 (klassikaal lezen; 5 minuten)
- Een gevaarlijke droom (klassikaal lezen; 10 minuten)
- Hoe vliegt een vliegtuig (twee filmpjes; 5 minuten)

Voor de leerkracht
Binnenkort bezoek je met je leerlingen de vertelvoorstelling Vleugels. Een avontuurlijk succesverhaal over een bijzonder slechte leerling.
Onze ervaring leert dat een verhaal nog meer op zijn plek valt als er voorafgaand aandacht aan besteed wordt. Dit lesmateriaal biedt verschillende opdrachten die je als zodanig kunt uitvoeren, of naar eigen inzicht kunt aanpassen op een project of les waar je al mee bezig bent. Pas de opdracht eventueel aan in niveau.
Afsluitend vind je een aantal vragen voor een nagesprek in de klas. Hiermee kan een brug geslagen worden tussen de voorstellingservaring en de belevingswereld van de leerlingen.
Wij hopen je met dit lesmateriaal te inspireren.
Liever de lesbrief in PDF? Klik hier.

1. Wie is Anton Fokker?
Anthony Fokker werd geboren in 1890 in het warme Oost-Indië. Toen hij vier was verhuisde hij met z’n ouders en zus Toos naar Nederland om naar school te gaan. Ineens moest Anton schoenen gaan dragen en de hele dag rechtop zitten om te luisteren naar de meesters. Dat was niks voor hem. Hij zat veel liever op zijn zolderkamer te knutselen.
Anton stond al gauw bekend als deugniet. Hij was bepaald niet de favoriete leerling van de school.

2. De tweede Industriële Revolutie
Anton Fokker was in het jaar 1900, 10 jaar oud. Wat was er toen al uitgevonden, en wat nog niet?
Kom erachter met deze quiz.
Tip: er zitten in deze quiz evenveel uitvindingen voor als na 1900.
Link naar de quiz

3. School rond 1900
In een klas zaten tot wel 70 leerlingen bij elkaar. Twee aan twee zaten zij in schoolbanken, met de armen over elkaar. De ‘domste’ leerlingen moesten achterin zitten en de makkelijke leerlingen zaten voorin.
Schrijven deed je in de lagere klassen met een griffel (een soort staafje van steen) op een lei (een soort krijtbordje). Later mocht je met een pen schrijven, die je in een potje inkt moest dopen. Er waren geen werkboekjes en leren deed je door alleen te luisteren en na te zeggen. Heel saai.
Leerlingen die kattenkwaad hadden uitgespookt werden in de hoek gezet, moesten strafregels schrijven of kregen slaag met een liniaal of rietje. Anton heeft heel wat straf gehad, hij was nou
eenmaal beter in het verzinnen van manieren om te spieken, dan in het leren van de lesstof.

4. Een gevaarlijke droom
De mens hee altijjd al een fascinatie gehad voor vliegen. Een paar voorbeelden van mensen die het eerder probeerden (en daar niet allemaal in slaagden).
6. Hoe vliegt een vliegtuig?
Hieronder een filmpje met uitleg en met een experiment wat je zelf kunt doen, als een echte uitvinder!