-
Lesdoelen
- De leerlingen reflecteren op de voorstelling die ze hebben gezien
- De leerlingen leggen het verband tussen (gebeurtenissen uit) de voorstelling en hun eigen belevingswereld
-
In het kort
De verwerking bij de voorstelling bestaat uit drie delen vragen:
- Vragen over wat jullie hebben gezien
- Vragen over wat je vond
- Vragen en vervolgvragen
-
Voor de leerkracht
Kies vragen die aanspreken. En ga door op een vraag wanneer je merkt dat het onderwerp iets losmaakt.
1. Vragen over wat jullie hebben gezien
Door na de voorstelling na te praten, verdiep & bestendig je de kijkervaring. Daarvoor kun je deze vragen gebruiken. Het gaat er om met elkaar te delen wat je gezien, gevoeld en gedacht hebt.
Jullie mogen het oneens met elkaar zijn.
2. Vragen over wat je vond
Iedereen heeft een andere mening en smaak, en het is goed om met elkaar te bespreken wat je vond en waarom je dat vond. Hierbij is het natuurlijk helemaal niet raar (en juist goed) als je wat anders vindt dan iemand anders uit de klas. Wees nieuwsgierig naar elkaar en elkaars mening.
3. Vragen en vervolgvragen
Als je het omdraait, zijn er dingen in de voorstelling die je herkent in je eigen leven? Daar gaan de volgende vragen over.
Bedankt voor jullie aandacht!