Lesdoelen
- De leerlingen laten nadenken over het thema van de voorstelling.
- De leerlingen actief laten associëren over wat het thema van de voorstelling bij hen teweeg brengt.
Voorbereiding en benodigdheden
- Zet de stoelen (eventueel) in een kring voor een goed kringgesprek waar je elkaar makkelijk kunt aankijken.

Kringgesprek

Bespreek met elkaar de volgende vragen.

Geen enkel antwoord is fout, het antwoord op de vragen kan voor iedereen anders zijn. Dat is helemaal niet erg en (juist) goed!

De voorstelling heet "Thuis best"

Waar denk je dat de voorstelling over gaat? Denk je dat de voorstelling over een huis of thuis gaat? Of het beste huis?
Wat verwacht je van de voorstelling? En waarom?

In de voorstelling spelen twee mensen, een muzikant en een acteur. Hou je van voorstellingen met muziek? En welke instrumenten ken je?
De mannen in de voorstelling praten helemaal niet. Begrijpen wij ze dan wel? En hoe komt dit, denk je?

De acteur kan zijn gezichtsuitdrukkingen en materialen gebruiken. De muzikant heeft zijn muziek en instrumenten om zichzelf uit te drukken.
De acteur gebruikt kartonnen platen. Wat kan je met karton allemaal maken?
De muzikant speelt op verschillende instrumenten, onder andere een kalimba, een dwarsfluit en een mondharmonica. Denk je dat het moeilijk is om verschillende instrumenten te leren spelen?
Ken je al deze instrumenten en weet je hoe ze klinken?

Thuis voelen en thuis zijn

De mannen in de voorstelling zijn niet in Nederland geboren, maar wonen hier wel. Ze komen uit IJsland en Tunesië. IJsland is een heel koud land, Tunesië is een heel warm land.

Kun je je voorstellen dat je in een heel ander land zou wonen?
Wat kun je doen als je de taal van dat land niet zou spreken? Kun je ook met andere mensen praten als je elkaars taal niet spreekt?
Wat is thuis?
Waar voel jij je thuis?
Bij wie voel jij je thuis?
Wanneer voel jij je thuis?
Heb je een huis nodig om je thuis te voelen?
Verwacht je dat deze voorstelling vrolijk, grappig, verdrietig of eng is? Misschien wel een combinatie van deze? Waarom denk je dat?

Doen!

In les 3: na de voorstelling worden er een aantal dingen voorgesteld die je kunt doen na afloop van de voorstelling, zoals een stukje uitbeelden uit de voorstelling, een tekening maken die bij de voorstelling past of een huisje knutselen.

Een tekening maken of een huisje knutselen kan ook voor de voorstelling gedaan worden. Blader alvast door naar les 3 voor de opdracht.