Op stap met Jet en Jan (ARCHIEF)

Opstaan!

60 minuten

Deze man heet een 'porder'. Die maakte vroeger alle mensen wakker toen er nog geen wekkers waren.

Hoe sta jij op?

Schrijf een kort verhaaltje of maak een stripje over hoe jij je dag begint!

  • Vragen waar je aan kan denken bij je ochtendritueel
    • Hoe word je ’s ochtends wakker (maken je ouders je wakker, heb je zelf een wekker)? Hoe laat sta je op?
    • Heb je een eigen slaapkamer of deel je deze met broertjes/zusjes?
    • Hoe was jij je ’s ochtends? Ga jij je eerst aankleden voor het ontbijt? Wat voor kleren trek je dan aan?
    • Wat ontbijt je? Kijk je nog tv of doe je nog wat anders ’s ochtends voordat je naar school gaat?
Dit is een voorbeeld van een doorsnee gezin uit die tijd

De meeste mensen leefden net als Jet en Jan in een arbeidersgezin. Ze waren niet heel rijk, maar behoorden ook niet tot de armste mensen in Nederland. Net zoals nu had je ook toen kinderen van rijke ouders of arme gezinnen. Daar zag het er thuis weer heel anders uit.

  • Wat is het verschil met jouw ochtendritueel?
  • Zou jij zo kunnen leven denk je? Waarom wel of niet? Wat zou je missen?
  • Wat vind je er leuk aan?

De ochtend in beeld

Sommige dingen van het ochtendritueel in 1910 waren anders dan nu. Herkennen jullie de meubels en voorwerpen die Jet en Jan in die tijd hadden en gebruikten?

Speel het koppelspel! In de quiz moeten jullie de juiste foto’s uit het verhaal koppelen aan de foto’s van nu. Weten jullie welke voorwerpen bij elkaar horen?

  • Weten jullie ook hoe de voorwerpen van vroeger precies heten?

Extra opdrachten

  • Interview ochtendritueel

    Interview iemand over hoe het vroeger was.

    • Hoe stonden zij ’s ochtends op?
    • Waar sliepen ze? Wat aten ze voor ontbijt?
    • Moesten ze ook naar buiten om naar het toilet te kunnen?
    • Hebben ze ook nog oude foto’s om te laten zien?

    Verzamel deze verhalen en bespreek die daarna samen in de klas.

    • Zijn er bij de verzamelde verhalen ook nog verschillen tussen culturen?
    • Was het vroeger in Nederland anders dan ergens anders?
  • Oude voorwerpen

    Neem een oud voorwerp van je opa of oma mee naar school. Denk alvast hier over na, zodat je er in de klas iets over kan vertellen:

    • Wat is het?
    • Wordt het nog steeds gebruikt?
    • Wie heeft het gebruikt?
    • Waar is het voor gebruikt?
    • Wanneer is het gebruikt?
    • Wat gebruik je nu om hetzelfde te doen?
    • Werkt het nog?
    • Is het veranderd?
    • Waar is het van gemaakt?
    • Hoe ruikt het?
    • Maakt het geluid?
    • Is het versierd?