-
Lesdoelen
De leerlingen leren:
- meer over de viool
- over musici die gebruik maken van dit instrument
- luisteren naar de muziek en hier vragen over te beantwoorden.
-
Benodigdheden en voorbereiding
- Het werkblad voor opdracht 2
- Optioneel: elastiekjes (liefst verschillende lengtes) en een doosje of wc rolletje waar de elastiekjes omheen kunnen worden gespannen
Print één werkblad uit per leerling, in A4.
In deze les kan je kiezen voor één van de opdrachten, of alledrie. Elke opdracht duurt 5 tot 10 minuten.
Introductie
In deze les gaan jullie nóg meer leren over de viool. Elke opdracht duurt 5 tot 10 minuten. Veel plezier!
Opdracht 1: Danse Macabre
Luister naar het beroemde muziekstuk ‘Danse macabre’ van de Franse componist Camille Saint-Saëns. Hij componeerde al muziek toen hij nog maar een peuter was! In dit muziekstuk (je kent het vast uit het oude spookhuis van de Efteling) speelt ‘De Dood’ op zijn viool tot de doden uit hun graven komen en beginnen te dansen.
De tekenfilm waar je naar gaat kijken is al in 1937 gemaakt. Het muziekstuk werd geschreven in 1874. De video duurt ruim 7 minuten.
Beantwoord klassikaal de vragen. Gebruik zo nodig deze afbeelding van het Skelettenorkest als hulmiddel:
Alles beantwoord en besproken met je medeleerlingen? Bekijk dan de antwoorden:
Opdracht 2: werkblad
Beantwoord in gedachten de vragen op het werkblad ‘Viool’ en teken het instrument in het hokje van de ‘pasfoto’. De kleuren op het palet zijn geel, rood, groen, donkerblauw of een kleur van je keuze.
Opdracht 3: trillende lucht
Een viool is een snaarinstrument. Geluid (en dus ook muziek) ontstaat door trilling van de lucht. Dat kun je goed zien en voelen door een snaar te onderzoeken.
- Klik hier en bekijk de video van SchoolTV, die laat zien dat geluid trillende lucht is.
Je kunt heel eenvoudig zelf een ‘snaar’ maken, door een elastiekje te spannen rond een doosje. Dat kan een pennendoosje zijn, of een ander soort bakje, of iets dat hol is zoals een beker of een wc rolletje.
Maak voor jezelf of in groepjes een snaar met een elastiekje en een doosje. Beantwoord daarna klassikaal de vragen:
Misschien lukt het je zelfs om een melodietje te spelen of te bedenken!