Kijken en Kieken

Kieken

60 minuten

  • Voorbereiding en benodigdheden
    • Print het werkblad uit op A4, knip de kaartjes los.
    • Plastificeer de kaartjes eventueel zodat ze langer mooi blijven als je ze buiten gebruikt.
    • Leg eventueel een oude digitale camera klaar waar de leerlingen zelf, of onder begeleiding een foto mee mogen maken. De foto maken kan ook door de leerkracht gedaan worden met telefoon.
    • Verzamel alle foto’s die door de week heen gemaakt worden in een mapje (op je telefoon, of zet het via SD kaart van de camera op de computer)

     

  • Lesoverzicht

    Deze les leren kleuters de betekenis van de kaartjes. Ze speuren naar de overeenkomsten en verschillen.

    De kaartjes worden ergens in de klas in het zicht uitgestald, en in de loop van de week mogen de kinderen kijken of ze iets tegenkomen wat ze vinden passen bij een kaartje. Dan roepen ze de leerkracht, leggen het kaartje erbij en maken jullie samen een foto.

    Breng iedere dag de kaartjes even onder de aandacht.

    Verzamel de foto’s in een map, en als er voldoende zijn kun je door naar les 3.

     

Bespreek één voor één wat de kaartjes betekenen.

Dit kaartje is ‘grappig’. Waar zie je dat aan?

Leg alle positieve kaartjes bij elkaar.

Zie je wat de verschillen zijn? En de overeenkomsten?

En nu de negatieve gezichtjes.

Zie je wat de verschillen zijn? En de overeenkomsten?

Kijk deze week goed rond. Zie je iets waar een kaartje bij past? Roep de leerkracht erbij, leg het kaartje neer en maak een foto.