-
Lesdoelen
- De leerlingen kunnen verschillende soorten blaasmuziek onderscheiden op functie.
- De leerlingen kennen het verschil tussen een harmonie en een fanfare.
- De leerlingen kunnen het liedje zingen.
-
Voorbereiding van de leerkracht
- Lees de les goed door, beluister de muziekfragmenten en leer het liedje.
Overal zijn blaasorkesten
Er is bijna geen stad of dorp te noemen of er is wel een blaasorkest. Wist je dat er in ons land wel meer dan 2000 blaasorkesten zijn! En de meeste zijn al meer dan 100 jaar oud! De fanfare, de harmonie en de brassband zijn allemaal blaasorkesten. Ze hebben blaasinstrumenten en slagwerk. Alleen zit er verschil in het soort en het aantal blaasinstrumenten.
Looporkest of zitorkest
Er is blaasmuziek waarbij muzikanten lopend over straat spelen en er is blaasmuziek waarbij muzikanten in een muziektent of in een zaal op een stoel zitten te spelen. Luister eens naar deze vier fragmenten blaasmuziek. Het beeld van het digibord kan even uit.
-
Ga staan als je vindt dat de muziek bij het looporkest hoort.
-
Ga zitten als de muziek meer bij een zitorkest past.
Soorten blaasmuziek
Blaasorkesten kunnen bijna alle soorten muziek uitvoeren. Muziek die speciaal voor blaasorkest is gecomponeerd, maar ook popmuziek of filmmuziek die is omgezet, gearrangeerd heet dat, voor blaasorkest. Sluit je ogen en luister maar eens! Schrijf op een blaadje of je het pop-, kerk-, feest-, film- of marsmuziek vindt.
Lied Allemaal blaasmuziek
Luister eens naar het lied Allemaal blaasmuziek.
- Over wat voor soort muziek gaat dit lied?
- Welke blaasorkesten komen erin voor?
- Welke instrumenten komen erin voor?
Luister nog eens naar het lied en geef een klap op de plaats van de rusten. Probeer het daarna mee te zingen.
Klik hier voor de bladmuziek.
Probeer het lied ook eens te zingen met alleen de liedbegeleiding.